16 dat jullie niet verdorven handelen door voor jezelf een beeld te maken in welke vorm of gedaante maar ook: een afbeelding van een man of van een vrouw,+
16 opdat GIJ niet verderfelijk handelt+ en U niet werkelijk een gesneden beeld maakt, de gedaante van enig symbool, de afbeelding van een man of een vrouw,+