19Wanneer Jehovah, je God, de volken van het land dat Jehovah, je God, jullie geeft, vernietigt en jullie hen uit hun bezit hebben verdreven en in hun steden en hun huizen zijn gaan wonen,+
19Wanneer Jehovah, uw God, de natiën wier land Jehovah, uw God, u geeft, afsnijdt+ en gij hen uit hun bezit hebt verdreven en in hun steden en hun huizen zijt gaan wonen,+