4Boaz ging naar de stadspoort+ en ging daar zitten. Toen kwam de terugkoper voorbij over wie Boaz had verteld.+ En Boaz zei: ‘Kom even bij me zitten, zo-en-zo.’* Hij ging dus bij hem zitten.
4Wat Bo̱az betreft, hij ging op naar de poort+ en zette zich daar toen neer. En zie! de losser over wie Bo̱az gesproken had,+ kwam voorbij. Toen zei hij: „Wijk toch terzijde, ga toch hier zitten, Zo-en-zo.”* Hij week dus terzijde en ging zitten.