17 Ze verbrandden hun zonen en dochters als offer,*+ ze deden aan waarzeggerij+ en zochten naar voortekens. Ze legden zich erop toe* te doen wat slecht was in de ogen van Jehovah om hem te tergen.
17 en zij gingen ermee voort hun zonen en hun dochters door het vuur te laten gaan+ en waarzeggerij te beoefenen+ en voortekens te zoeken,+ en zij bleven zich verkopen+ om te doen wat kwaad was in de ogen van Jehovah, om hem te krenken;+