18 Ze riepen hard in de taal van de Joden naar de inwoners van Jeruzalem die op de muur stonden. Ze wilden hen bang maken en in paniek brengen, zodat ze de stad konden innemen.+
18 En zij+ bleven met luider stem in de taal van de joden+ tot het volk van Jeru̱zalem roepen+ dat op de muur was, om hen bevreesd te maken+ en met ontsteltenis te slaan, opdat zij de stad zouden kunnen innemen.