13 Maar er zal nog een tiende in overblijven, en het zal opnieuw verbrand worden, net zoals bij een grote boom of een eik, waarvan na het omhakken een stronk overblijft. Zijn stronk zal een heilig zaad* zijn.’
13 En er zal nog een tiende in zijn,+ en het moet wederom iets ter verbranding worden, gelijk een grote boom en gelijk een statige boom waarin,* wanneer [ze] worden omgehakt,+ een tronk is;+ een heilig zaad* zal de tronk ervan zijn.”*+