18 Dit was de droom die ik, koning Nebukadne̱zar, zelf heb aanschouwd; en gíȷ́, o Be̱ltsazar, zeg wat de uitlegging is, aangezien alle [andere] wijzen van mijn koninkrijk mij de uitlegging niet eens kunnen bekendmaken.+ Maar gij zijt bekwaam, omdat de geest van heilige goden in u is.’+