-
Aantekeningen Mattheüs — Hoofdstuk 5Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
degenen die treuren: Het Griekse woord dat met ‘treuren’ is vertaald (pentheo), kan duiden op diepe rouw in algemene zin of zich diepbedroefd en verbrijzeld voelen vanwege zonden. In deze context zijn ‘degenen die treuren’ net zulke mensen als ‘degenen die zich bewust zijn van hun geestelijke behoeften’, genoemd in Mt 5:3. Ze treuren misschien vanwege hun armzalige geestelijke toestand, hun zondigheid of de trieste omstandigheden die daar het gevolg van zijn. Paulus gebruikte dit woord toen hij de gemeente in Korinthe terechtwees omdat ze niet bedroefd waren over de grove immoraliteit die in hun midden had plaatsgevonden (1Kor 5:2). In 2Kor 12:21 zegt Paulus bang te zijn dat hij misschien ‘verdriet moet hebben om’ degenen in de gemeente in Korinthe die zondigen en geen berouw hebben. De discipel Jakobus gaf bepaalde personen de aansporing: ‘Reinig je handen, zondaars, en zuiver je hart, besluitelozen. Wees verdrietig, treur en huil’ (Jak 4:8-10). Personen die echt treuren om hun zondige toestand worden getroost wanneer ze te weten komen dat hun zonden vergeven kunnen worden als ze geloven in Christus’ loskoopoffer en echt berouw tonen door Jehovah’s wil te doen (Jo 3:16; 2Kor 7:9, 10).
-