-
Aantekeningen Mattheüs — Hoofdstuk 19Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Jezus zei tegen hem: Jezus merkte dat de jonge man oprecht was en volgens Mr 10:21 ‘voelde hij liefde voor hem’. Maar misschien besefte Jezus dat de man zich nog meer moest opofferen om een discipel te worden en daarom zei hij tegen hem: verkoop wat je hebt en geef het aan de armen. In tegenstelling tot Petrus en anderen die alles achterlieten om Jezus te volgen kon deze jonge man het niet opbrengen om zijn bezittingen op te geven en een discipel te worden (Mt 4:20, 22; Lu 18:23, 28).
volmaakt: Het Griekse woord dat hier wordt gebruikt, kan ‘volkomen’ betekenen of ‘onberispelijk’ naar de normen die een autoriteit heeft vastgesteld. (Zie aantekening bij Mt 5:48.) In deze context weerhielden de bezittingen van de man hem ervan volmaakt of volkomen te zijn in zijn dienst voor God (Lu 8:14).
-