34 Hij genas veel mensen van allerlei ziekten+ en dreef veel demonen uit. Maar hij stond de demonen niet toe iets te zeggen, omdat ze wisten dat hij Christus was.*
34 En hij genas velen die aan allerhande ziekten leden+ en dreef vele demonen uit, maar hij liet niet toe dat de demonen spraken, omdat zij wisten dat hij Christus was.+
ze wisten dat hij Christus was: In sommige Griekse manuscripten staat ‘ze kenden hem’, wat weergegeven kan worden met ‘ze wisten wie hij was’. Het parallelverslag in Lu 4:41 zegt: ‘Ze wisten dat hij de Christus was.’