13 Maar de belastinginner stond op een afstand en durfde niet eens omhoog te kijken naar de hemel. Hij sloeg zich de hele tijd op de borst en zei: “O God, ik ben een zondaar. Heb medelijden met mij.”*+
13 Maar de belastinginner, die op een afstand stond, wilde zelfs zijn ogen niet naar de hemel opheffen, doch sloeg zich voortdurend op de borst+ en zei: ’O God, wees mij zondaar genadig.’+
Heb medelijden met mij: Of ‘wees mij barmhartig’. Het Griekse woord voor ‘heb medelijden’ komt in de Griekse Geschriften maar twee keer voor en houdt verband met verzoening. In Heb 2:17 (zie ook vtn.) wordt het weergegeven met ‘een zoenoffer brengen’ of ‘verzoening doen’.