-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 1Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
het Lam van God: Nadat Jezus was gedoopt en door de Duivel was beproefd, presenteerde Johannes de Doper hem als ‘het Lam van God’. Deze uitdrukking komt alleen hier en in Jo 1:36 voor. (Zie App. A7.) Het is passend dat Jezus met een lam wordt vergeleken. In Bijbelse tijden werden schapen geofferd uit zondebesef en om tot God te kunnen naderen. Dat was een voorafbeelding van het slachtoffer dat Jezus zou brengen door zijn volmaakte menselijke leven voor de mensheid te geven. De uitdrukking ‘het Lam van God’ kan verwijzen naar meerdere gedeelten in de geïnspireerde Schrift. Aangezien Johannes de Doper de Hebreeuwse Geschriften goed kende, kan hij hebben gezinspeeld op een of meer van de volgende offerdieren: de ram die Abraham offerde in plaats van zijn eigen zoon Isaäk (Ge 22:13), het paschalam dat in Egypte werd geslacht voor de bevrijding van de Israëlieten uit slavernij (Ex 12:1-13) of het mannetjeslam dat elke ochtend en avond op Gods altaar in Jeruzalem werd geofferd (Ex 29:38-42). Johannes kan ook gedacht hebben aan de profetie van Jesaja waarin over degene die Jehovah ‘mijn dienaar’ noemt gezegd wordt dat hij ‘als een schaap naar de slacht’ zou worden geleid (Jes 52:13; 53:5, 7, 11). Paulus noemde Jezus in zijn eerste brief aan de Korinthiërs ‘ons paschalam’ (1Kor 5:7). Petrus had het over Christus’ ‘kostbare bloed, zoals dat van een lam zonder smet of gebrek’ (1Pe 1:19). En in het boek Openbaring wordt de verheerlijkte Jezus meer dan 25 keer figuurlijk ‘het Lam’ genoemd. (Enkele voorbeelden zijn: Opb 5:8; 6:1; 7:9; 12:11; 13:8; 14:1; 15:3; 17:14; 19:7; 21:9; 22:1.)
de wereld: Het Griekse kosmos houdt in de Griekse literatuur en vooral in de Bijbel nauw verband met de mensheid. In deze context en in Jo 3:16 slaat kosmos op de hele wereld van mensen die schuldig zijn aan zonde, dat wil zeggen de zonde die ze van Adam hebben geërfd.
-