17Nadat Jezus die dingen had gezegd, sloeg hij zijn ogen op naar de hemel en zei: ‘Vader, de tijd is gekomen. Verheerlijk uw zoon zodat uw zoon u verheerlijkt.+
17Deze dingen sprak Jezus, en terwijl hij zijn ogen naar de hemel opsloeg,+ zei hij: „Vader, het uur is gekomen; verheerlijk uw zoon, opdat uw zoon u verheerlijkt,+