Voetnoot
„En gij zult moeten weten dat ik Jehovah ben.” Hebr.: wi·dhaʽ·temʹ ki-ʼaniʹ Jehwahʹ. De eerste van de meer dan 60 keren dat deze zinsnede in Ezechiël voorkomt, doelend op de rechtvaardiging van Jehovah’s naam op aarde.
„En gij zult moeten weten dat ik Jehovah ben.” Hebr.: wi·dhaʽ·temʹ ki-ʼaniʹ Jehwahʹ. De eerste van de meer dan 60 keren dat deze zinsnede in Ezechiël voorkomt, doelend op de rechtvaardiging van Jehovah’s naam op aarde.