Voetnoot
Jesaja 9:8–10:4 bestaat uit vier strofen (delen van een ritmische passage), die allemaal eindigen met het onheilspellende refrein: „Met het oog op dit alles heeft zijn toorn zich niet afgewend, maar zijn hand is nog steeds uitgestrekt” (Jesaja 9:12, 17, 21; 10:4). Het effect van deze literaire vorm is dat Jesaja 9:8–10:4 tot één samengesteld „woord” wordt gemaakt (Jesaja 9:8). Merk ook op dat Jehovah’s ’hand nog steeds uitgestrekt is’, niet als gebaar van verzoening maar om een oordeel te vellen. — Jesaja 9:13.