-
Adoptie — Iets voor u?Ontwaakt! 1996 | 8 mei
-
-
Adoptie — Iets voor u?
DOOR ONTWAAKT!-CORRESPONDENT IN GROOT-BRITTANNIË
„ADOPTIE is een regeling in het belang van het kind, niet een regeling om kinderloze echtparen aan een baby te helpen”, stelt een Brits maatschappelijk werkster. Maar ook al is dat zo, hoeveel inspraak heeft een kind gewoonlijk in zijn of haar adoptie?
Overweegt u een kind te adopteren? Dan staat u voor een beslissing die niet alleen emotioneel is maar ook onherroepelijk. Hoe goed zal het kind in uw gezin geïntegreerd worden?
Als je een adoptiekind bent: weet je wie je biologische ouders zijn? Zo niet, wat voor verschil zou het volgens jou maken als je dat wel wist?
Bent u een moeder die overweegt of u uw baby zult afstaan voor adoptie? Is adoptie echt de enige oplossing en het beste voor uw kind?
In 1995 werden in de Verenigde Staten meer dan 50.000 kinderen geadopteerd, en ongeveer 8000 van hen kwamen uit het buitenland. Mensen adopteren in toenemende mate kinderen uit andere landen. Volgens het blad Time hebben gezinnen in de Verenigde Staten de afgelopen 25 jaar meer dan 140.000 buitenlandse kinderen geadopteerd. Vergelijkbare cijfers voor Europa zijn: Zweden 32.000, Nederland 18.000, Duitsland 15.000 en Denemarken 11.000.
Past u ergens in dit beeld? Wanneer u aan een adoptie begint, betekent dit dat uw leven — niet alleen het leven van het kind — nooit meer hetzelfde zal zijn. Adoptieouders verwachten terecht veel vreugden, maar zij moeten ook voorbereid zijn op veel problemen en teleurstellingen. Evenzo zal het intense verdriet dat een moeder ervaart die haar kind voor adoptie afstaat, wellicht nooit helemaal overgaan.
In elk afzonderlijke geval staat men voor de uitdaging om met liefde vorm te geven of opnieuw vorm te geven aan een jong leven. In de volgende artikelen zullen enkele van de vreugden — en de uitdagingen — van het adopteren van kinderen worden besproken.
-
-
Adoptie — Waarom en hoe?Ontwaakt! 1996 | 8 mei
-
-
Adoptie — Waarom en hoe?
HOE komt het dat het aantal adopties van kinderen in Groot-Brittannië de afgelopen twintig jaar drastisch is afgenomen? Er zijn twee oorzaken genoemd — de mogelijkheid van een legale abortus en het feit dat een moeder die haar kind zonder echtgenoot grootbrengt, steeds meer geaccepteerd wordt. Een alleenstaande ouder zijn wordt nu bezien als een uitdaging waaraan men in de hedendaagse maatschappij met succes het hoofd kan bieden.
Iets meer dan honderd jaar geleden was het echter anders. Toen Polly, de moeder van Edgar Wallace, de Engelse schrijver van misdaadromans, een kind verwachtte van de zoon van haar werkgever, ging zij weg en bracht in het geheim haar baby ter wereld. Edgar was negen dagen oud toen de vroedvrouw er regelingen voor trof dat de vrouw van George Freeman, een sjouwer op de vismarkt Billingsgate in Londen, voor hem zou zorgen. Het echtpaar Freeman had zelf al tien kinderen, en Edgar groeide op als Dick Freeman. Polly betaalde geregeld een vergoeding voor de verzorging van het kind, en de vader heeft nooit van het bestaan van zijn zoon geweten.
Wanneer baby’s in deze tijd ongewenst zijn, nemen overheidsinstanties vaak de verantwoordelijkheid voor hen over. Veel kinderen worden in een tehuis opgenomen omdat zij beschermd moeten worden tegen mishandeling of omdat zij een lichamelijke of geestelijke handicap hebben. Kinderen die wees zijn geworden door de verschrikkingen van de oorlog en baby’s die als gevolg van verkrachting zijn geboren, veroorzaken een voortdurende stijging van het aantal kinderen die schreeuwen om ouderlijke genegenheid en bescherming — in één woord: adoptie.
Adopteren of niet?
Een kind adopteren is nooit gemakkelijk, en het is nooit verstandig een overhaaste beslissing te nemen wanneer u adoptie overweegt. Als u een baby in de dood verloren hebt, is het wellicht beter te wachten totdat u over de schok of het verdriet heen bent, voordat u een definitieve beslissing neemt in verband met adoptie. Hetzelfde kan gelden voor een echtpaar dat te horen heeft gekregen dat zij onvruchtbaar zijn.
Ieder kind erft unieke genetische kenmerken. Ouders staan vaak verbaasd van de karaktertrekken van hun eigen kinderen, maar het is moeilijk om het mentale en emotionele potentieel van een baby in te schatten wanneer de ouders onbekend zijn.
Hecht u veel waarde aan leerprestaties? Zo ja, hoe zult u het dan vinden als uw adoptiekind niet aan uw verwachtingen voldoet? Zou u een geestelijk of lichamelijk gehandicapt kind een uitdaging vinden waaraan u het hoofd kon bieden?
Opgeleid personeel van een adoptiebureau of maatschappelijk werkers van een overheidsinstantie zullen u dit soort vragen stellen voordat u een definitieve beslissing neemt. Hun voornaamste zorg moet uitgaan naar de veiligheid en het geluk van het kind.
Als u besluit te adopteren . . .
Elk land heeft zijn eigen adoptiewetten en -voorschriften die bestudeerd moeten worden. In Groot-Brittannië zijn honderden adoptieverenigingen, en die werken gewoonlijk samen met de plaatselijke overheidsinstanties. Alle verenigingen hebben hun eigen regels.
Bijzonder populair in Groot-Brittannië zijn adoptie-’party’s’, waar een aantal toekomstige ouders kinderen kunnen ontmoeten die voor adoptie beschikbaar zijn, zonder de emotionele spanning die gepaard kan gaan met een ontmoeting met één enkel kind. De ontspannen sfeer maakt het voor toekomstige ouders gemakkelijker om nee te zeggen en maakt het minder waarschijnlijk dat het kind teleurgesteld zal zijn, aangezien er niet slechts één kind in het middelpunt van de belangstelling staat.
Er worden gewoonlijk leeftijdsgrenzen gesteld voor adoptanten, meestal rond de 35 of 40 jaar — hoewel dit vaak geldt voor het adopteren van baby’s, niet noodzakelijkerwijs van oudere kinderen. Adoptieverenigingen zeggen dat de leeftijdsgrenzen de levensverwachting van de toekomstige ouders in aanmerking nemen. Men is zich er echter van bewust dat waardevolle ervaring met de jaren komt.
Jaren geleden konden alleen echtparen een kind adopteren. Tegenwoordig worden ook aanvragen van ongehuwden om bepaalde kinderen te adopteren, gehonoreerd. Evenmin hoeven werkloosheid en invaliditeit redenen te zijn waarom toekomstige ouders afgewezen worden. De fundamentele vraag is: Wat kan de regeling het kind bieden?
Zelfs wanneer een adoptie uiteindelijk is afgerond, is er wellicht nog een tijdlang contact met de ouders om er zeker van te zijn dat alles soepel verloopt.
Van een ander ras?
Dertig jaar geleden was het in Groot-Brittannië moeilijk om zwarte kinderen in zwarte adoptiegezinnen te plaatsen, en bijgevolg gingen er veel naar blanke ouders. Sinds 1989 volgt men in Groot-Brittannië de gedragslijn om kinderen aan adoptieouders toe te wijzen die dezelfde etnische achtergrond hebben. Men is van mening dat een kind zich op deze manier gemakkelijker zal vereenzelvigen met zijn of haar ras en cultuur. Dit heeft echter tot enkele paradoxale situaties geleid.
Onlangs stond in The Sunday Times een bericht over blanke ouders die ’een herclassificatie als „zwart” kregen’ om hen in staat te stellen een zwart kind te adopteren. Het komt vaak voor dat blanke ouders de pleegouders van een zwart kind worden, wat betekent dat zij er op tijdelijke basis voor zorgen. Maar als hun later het recht wordt ontzegd om dat kind blijvend te adopteren, leidt dat zowel voor het kind als voor de ouders tot een emotioneel trauma.
Een Schots echtpaar, dat zes jaar lang twee Indiase pleegkinderen had verzorgd, kwam onlangs voor een typisch probleem van interraciale adoptie te staan. Het rechtscollege stond de adoptie toe op voorwaarde dat de ouders „hun uiterste best doen om zeker te stellen dat de kinderen zich bewust zullen worden gemaakt van hun [etnische] identiteit en grootgebracht zullen worden met een besef van hun etnische oorsprongen en tradities”, aldus The Times. In dit geval hadden de adoptieouders dit reeds gedaan. De kinderen kregen de Punjabi-taal onderwezen en werden af en toe in hun inheemse klederdracht gekleed.
Velen zullen het eens zijn met de waarnemingen van de woordvoerster van het Britse maatschappelijk werk, die zei dat interraciale adoptie vaker toegestaan zou moeten worden. „Wij leven in een multiculturele maatschappij,” zei ze, „en dat dient weerspiegeld te worden in pleeggezinnen en adoptiegezinnen.”
Uit het buitenland?
Het adopteren van kinderen uit andere landen is volgens het nieuwsblad The Independent een ’explosief groeiende handel’. Hoewel uit berichten blijkt dat de handel wellicht voor een deel illegaal is, vormt Oost-Europa een belangrijke leveringsbron voor Groot-Brittannië.
Sommige baby’s bijvoorbeeld die geboren zijn tengevolge van verkrachting tijdens het uiteenvallen van het voormalige Joegoslavië, zijn aan hun lot overgelaten. Andere baby’s zouden naar men beweert geaborteerd zijn wanneer er geen „babymakelaar” tussenbeide gekomen was, die beloofde dat het kind geadopteerd zou worden als men het voldragen ter wereld liet komen. De regeringen van westerse landen maken zich echter bezorgd om de betalingen die in enkele gevallen zijn gedaan om adoptie te bewerkstelligen.
Een reden tot nog grotere bezorgdheid houdt verband met berichten over artsen die bij de geboorte gegevens zouden vervalsen. Het nieuwsblad The European meldde geruchten dat sommige moeders in Oekraïne te horen kregen dat hun baby dood geboren was. Er werd ook beweerd dat deze baby’s later waren verkocht. Andere moeders is misschien verteld dat hun kind geestelijk gehandicapt was. Van streek onder een dergelijke druk laten moeders zich er gemakkelijker toe overhalen hun kind af te staan voor adoptie. Weer andere kinderen zijn wellicht nooit in het weeshuis terechtgekomen waar zij naar toe werden gestuurd, maar zijn waarschijnlijk naar het buitenland gebracht.
In de ontwikkelingslanden begint men verontwaardigd te worden. Daar zegt men dat het welvarende Westen meer zou moeten doen om inheemse gezinnen te helpen in hun eigen omgeving voor hun kinderen te zorgen in plaats van hen weg te halen om in een vreemde cultuur geadopteerd te worden.
Het Westen moet tevens begrijpen dat het in veel culturen een eeuwenoude traditie is dat men zich ook voor verre familieleden verantwoordelijk voelt en dat families de ruggegraat van de gemeenschap vormen. Een kind zal binnen een stam gewoonlijk niet aan zijn lot worden overgelaten, ook al komen zijn ouders te overlijden. Naast de onmiddellijke familieleden, zoals grootouders, zullen de familieleden in ruimere zin, ooms en tantes, het kind als het hunne beschouwen, en elk aanbod van adoptie door buitenstaanders kan verkeerd begrepen worden en als een onaanvaardbare inmenging in de familieaangelegenheden worden bezien.a
Het regelen van een adoptie is niet gemakkelijk, en zelfs wanneer de hele zaak is afgerond, moet er hard gewerkt worden om de adoptie tot een succes te maken. Maar zoals wij zullen zien, zijn er ook grote vreugden.
[Voetnoten]
a Zie voor een uitgebreide bespreking van het lenen van kinderen aan andere familieleden De Wachttoren van 1 september 1988, blz. 28-30, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.
[Kader op blz. 5]
Zal mijn zoon naar mij op zoek gaan?
MIJN ouders gingen uit elkaar toen ik elf jaar was. Ik had wanhopig behoefte aan liefde. Op de universiteit kreeg ik een romantische relatie met een jongen; het was mijn manier om genegenheid te krijgen. Toen ontdekte ik tot mijn verdriet dat ik zwanger was. Het was zo absurd. Mijn medestudent en ik waren nog zo onvolwassen. Ik had nooit drugs, alcohol of tabak gebruikt, maar mijn vriend had ernstige beschadigingen overgehouden aan de tijd dat hij LSD gebruikte.
Ik kreeg het advies om abortus te laten verrichten, maar mijn vader overreedde mij om dat niet te doen. Ik wilde niet zwanger zijn, maar ik wilde evenmin een leven vernietigen. Toen mijn zoon in 1978 werd geboren, besloot ik de naam van zijn vader niet op zijn geboorteakte te laten zetten, om er zeker van te zijn dat de vader geen contact met hem zou kunnen hebben. Ik stemde er zelfs in toe dat de baby meteen bij de geboorte geadopteerd zou worden; dus werd hij onmiddellijk bij mij weggehaald en tijdelijk in een tehuis opgenomen. Ik kreeg hem zelfs niet te zien. Maar toen veranderde ik van gedachten. Ik haalde mijn baby uit het tehuis en deed wanhopig mijn best om hem zelf groot te brengen. Maar ik kon het niet, en ik kreeg bijna een zenuwinzinking.
Mijn zoon was ongeveer zes maanden toen de adoptie werd goedgekeurd en ik hem moest afstaan. Ik herinner mij dat het voelde alsof iemand een mes door mij heen stak. Emotioneel ging ik dood. Alleen doordat ik de afgelopen twee jaar door een professionele gesprekstherapeut ben behandeld, ben ik in staat geweest om zinvolle relaties op te bouwen. Ik kon niet treuren — mijn zoon was niet dood. Maar ik kon ook niet aan hem denken — dat stond ik mezelf niet toe. Het was afschuwelijk.
Wat nog het meest pijn doet, is mensen te horen zeggen: „Als je je kind afstaat voor adoptie, houd je niet van je kind.” Maar dat was in mijn geval niet waar! Juist omdat ik van mijn zoon hield, stond ik hem af! Tot op de laatste minuut bleef ik me afvragen: ’Wat moet ik in ’s hemelsnaam doen? Wat kan ik doen?’ Er was geen andere weg. Ik wist dat ik het niet zou redden en dat mijn baby eronder zou lijden als ik hem probeerde te houden.
In Engeland worden eenoudergezinnen tegenwoordig door de maatschappij geaccepteerd — maar niet in de tijd dat ik mijn baby kreeg. Ik wilde dat ik goed voor mijn zoon had kunnen zorgen. De gesprekstherapie die ik de laatste tijd heb ontvangen, zou een hulp zijn geweest, denk ik, maar het is nu te laat. Leeft mijn zoon nog? Wat voor een jongen is hij geworden? Op de leeftijd van achttien jaar hebben geadopteerde kinderen het wettelijk recht om op zoek te gaan naar hun ouders. Ik vraag mij vaak af of mijn zoon naar mij op zoek zal gaan. — Ingezonden.
[Kader/Illustratie op blz. 8]
In ons geval was het een succes
MET twee tienerjongens van onszelf waren wij een tevreden, hecht Engels gezin. De gedachte aan een dochter — en ook nog van een ander ras — was nooit bij ons opgekomen. Toen kwam Cathy in ons leven. Cathy was in Londen geboren. Zij was rooms-katholiek opgevoed, maar als klein kind had zij met haar moeder een paar vergaderingen in de Koninkrijkszaal van Jehovah’s Getuigen bezocht. Op tienjarige leeftijd werd zij echter in een kindertehuis geplaatst.
Hoewel het daar allemaal moeilijker voor haar was, slaagde zij er toch in om in haar eentje de vergaderingen in de Koninkrijkszaal te bezoeken, en daar ontmoetten wij haar. Cathy was een nadenkend meisje. Toen mijn vrouw en ik haar in het kindertehuis bezochten, viel ons op dat de muur boven haar bed vol hing met foto’s van dieren en landschappen, in tegenstelling tot de posters van popsterren die de andere meisjes aan de muur hadden hangen.
Een tijdje later moest Cathy voor een beoordelingscommissie verschijnen, die haar vroeg of zij liever het tehuis wilde verlaten om bij een gezin te gaan wonen. „Alleen bij een gezin van Jehovah’s Getuigen!”, antwoordde zij. Toen Cathy ons hierover vertelde en toen wij hoorden wat zij had gezegd, zette het ons aan het denken. Wij hadden ruimte over. Zouden wij deze verantwoordelijkheid op ons kunnen nemen? Wij spraken er als gezin over en legden de kwestie in gebed voor. Pas veel later ontdekten wij dat deze benadering — naar de mening van het kind vragen — een nieuwe opzet van het maatschappelijk werk was, een experiment waarvan destijds verslag werd bijgehouden.
De betreffende instantie won inlichtingen over ons in bij de politie en bij onze dokter en kreeg persoonlijke getuigschriften. Al gauw werd er een afspraak gemaakt. Wij kregen te horen dat Cathy op proef bij ons mocht komen en dat wij haar terug konden sturen als zij niet beviel! Dit vervulde ons met afschuw, en wij zeiden heel nadrukkelijk dat wij dat nooit zouden doen. Cathy was dertien jaar toen wij haar officieel in huis namen.
De unieke band van liefde tussen ons allen wordt nog steeds sterker. Cathy dient nu als pionierster (volle-tijdpredikster) in een Franse gemeente van Jehovah’s Getuigen in het noorden van Londen. Het jaar dat zij het huis uitging om te gaan pionieren, schreef zij ons een ontroerend briefje: „Er wordt wel gezegd dat ’je je eigen familie niet kunt uitkiezen’, maar ik zou jullie graag uit het diepst van mijn hart willen bedanken dat jullie mij hebben uitgekozen.”
Wij zijn heel dankbaar dat Cathy bij ons is gekomen! Dat zij een deel van ons gezin is geworden, heeft ons leven verrijkt. In ons geval was het een succes! — Ingezonden.
[Illustratie]
Cathy met haar adoptieouders en -broers
[Illustratie op blz. 7]
Veel kinderen schreeuwen om ouderlijke genegenheid en bescherming
-
-
Adoptie — Hoe moet ik er tegenover staan?Ontwaakt! 1996 | 8 mei
-
-
Adoptie — Hoe moet ik er tegenover staan?
HET spreekt vanzelf dat er problemen kunnen rijzen wanneer adoptieouders gaan scheiden of wanneer één partner sterft. Maar dit geeft voor het adoptiekind misschien wel de meeste spanning. Waarom?
De meesten van ons weten wie onze biologische ouders zijn. Zelfs als wij hen al vroeg in ons leven hebben verloren, hebben wij herinneringen, of waarschijnlijk een paar foto’s, om de verbindingsschakel compleet te maken. Maar hoe staat het met een baby die kort na de geboorte voor adoptie wordt afgestaan? De adoptievereniging heeft gegevens over de moeder, maar die informatie wordt vaak pas beschikbaar gesteld wanneer het kind meerderjarig is. In andere gevallen laat de moeder haar eigen naam op de geboorteakte zetten, maar niet die van de vader. Sommige baby’s zijn vondelingen — ontdekt nadat hun onbekende ouders hen in de steek hebben gelaten. Kinderen in al deze situaties hebben geen ’wortels’, geen biologische banden — vaak voelen zij zich afgesneden van hun achtergrond of oorsprong.
Hoe stabiel?
Bomen hebben een goed wortelstelsel nodig om stevig te staan. Een nieuwe scheut die wordt geënt op een volwassen onderstam kan goed gedijen, maar hij kan ook verschrompelen, zodat er geen vruchten aan komen. Evenzo herstellen sommige kinderen nooit van de schok dat zij zijn afgesneden van hun oorspronkelijke ’wortels’, ook al geven adoptieouders alle mogelijke zorg en liefdevolle toewijding.
Neem bijvoorbeeld het geval van Kate.a Geboren uit Westindische ouders, werd Kate als baby geadopteerd door een liefdevol, zorgzaam blank echtpaar, maar zij kon haar nieuwe omgeving niet accepteren. Op zestienjarige leeftijd liep zij van huis weg om nooit meer terug te komen. Tegen die tijd was haar bitterheid in onredelijke haat veranderd. „Waarom heeft mijn moeder me aan jullie weggegeven?”, vroeg zij. Droevig genoeg was dit gezin niet in staat de kloof te overbruggen.
Mervyn werd bij zijn geboorte aan de zorg van een overheidsinstantie toevertrouwd en vervolgens in een pleeggezin geplaatst. Toen hij negen maanden oud was, werd hij geadopteerd. Zijn onzekerheid omtrent zijn voorgeschiedenis, gepaard aan hevige wrokgevoelens wegens het feit dat hij van gemengd bloed was, ontwikkelde zich tot een opstandige houding, waardoor hij zich veel narigheid op de hals haalde en zijn adoptieouders, die zo veel voor hem hadden gedaan, intens verdriet deed. „Als iemand mijn advies zou vragen in verband met adoptie,” zei zijn moeder, „zou ik nu zeggen: ’Denk er heel goed over na.’”
Kijk bij wijze van tegenstelling eens naar de ervaring van Robert en Sylvia. Zij hadden één zoon en konden geen kinderen meer krijgen. „Hebt u ooit gedacht aan een kind van een andere nationaliteit?”, werd hun gevraagd. Niet lang daarna adopteerden zij Mak-Chai, een meisje van negen maanden uit Hong Kong. „Ik vraag me vaak af waarom ik in de steek ben gelaten,” zegt Mak-Chai, „en of ik broers of zussen heb. Maar ik denk dat ik een hechtere band met mijn adoptievader en -moeder heb dan veel eigen kinderen met hun ouders. Het zou niet veel verschil maken als ik wist wie mijn biologische ouders waren, behalve dat ik een paar van mijn karaktertrekken misschien wat beter zou begrijpen.” Bevelen haar adoptieouders adoptie aan? „Ja,” zeggen zij, „want voor ons is het een geweldige ervaring!”
Redenen voor voorzichtigheid
Graham en Ruth adopteerden twee kinderen als baby, een jongen en een meisje, om samen op te groeien met hun eigen zoon en dochter. Alle vier de kinderen werden als één hecht gezin in een gelukkige omgeving grootgebracht. „Al onze kinderen zijn al jaren het huis uit en zijn hun eigen weg gegaan. Wij hebben geregeld contact en houden van hen allemaal”, zegt Ruth. Maar droevig genoeg ondervonden de beide geadopteerde kinderen ernstige problemen. Waarom?
„Onze dokter vertelde ons dat de omgeving voor een kind het allerbelangrijkste is”, zegt Graham, die nu van mening is dat overgeërfde karaktertrekken een belangrijke factor zijn. Hij vervolgt: „Wat ook meespeelt: hoe was de gezondheid van de moeder toen zij in verwachting was? Drugs, drank en tabak kunnen, zo weten wij nu, van invloed zijn op een ongeboren kind. Ik adviseer dat er een grondig onderzoek plaatsvindt van beide ouders, en zelfs van de grootouders als dat mogelijk is, voordat men aan een adoptie begint.”
Peters moeder hertrouwde, en Peter werd door zijn stiefvader lichamelijk en geestelijk mishandeld. Op driejarige leeftijd werd hij aangeboden voor adoptie. „Ik wees mijn adoptieouders af op hetzelfde moment dat ik de rechtszaal uitstapte”, zei Peter. Hij vervolgde: „Ik vernielde alles wat binnen mijn bereik was. Als ik al sliep, dan had ik angstaanjagende nachtmerries. Nu ik terugkijk, begrijp ik hoe erg ik in de war was. Nadat ook mijn adoptieouders waren gescheiden, ging het van kwaad tot erger met mij — drugs, stelen, vandalisme, dagelijkse orgieën.
Op de leeftijd van 27 jaar zag ik geen reden om nog langer te leven en overwoog zelfmoord. Toen gaf een vreemde mij op een dag een op de bijbel gebaseerd traktaat waarin stond dat de aarde binnenkort een paradijs zal worden. De boodschap sprak mij aan. Ze bezat de klank van waarheid. Ik begon de bijbel te lezen en te bestuderen en ging veranderingen in mijn leven en mijn karakter aanbrengen, maar steeds weer viel ik in mijn oude gewoonten terug. Na veel aanmoediging en heilzame christelijke omgang voel ik me nu gelukkiger en zekerder in de dienst voor God dan ik een paar jaar geleden had kunnen dromen. Ik heb ook weer een hechte band met mijn moeder kunnen aankweken, en dat is heerlijk.”
De realiteit onder ogen zien
Bij adoptie zijn sterke emoties betrokken. Men ziet uitersten van liefde en dankbaarheid, maar ook bitterheid en ondankbaarheid. Edgar Wallace bijvoorbeeld heeft zijn moeder nooit vergeven dat zij hem in de steek heeft gelaten, en vanuit die houding beoordeelde hij haar daden. In het laatste jaar van haar leven kwam zij hem opzoeken om hem schoorvoetend wat financiële hulp te vragen, maar Edgar, hoe rijk hij ook was tegen die tijd, wees haar bruusk af. Niet lang daarna, toen hij hoorde dat zijn moeder op een armenkerkhof begraven zou zijn als vrienden niet zo goed waren geweest om haar begrafenis te betalen, had hij vreselijke spijt van zijn ongevoeligheid.
Mensen die adoptie overwegen, moeten erop voorbereid zijn de problemen en uitdagingen die zich kunnen voordoen, realistisch onder ogen te zien. Kinderen zijn, zelfs onder de beste omstandigheden, niet altijd dankbaar voor wat hun adoptie- of biologische ouders voor hen doen. Ja, de bijbel spreekt over mensen in onze tijd die ’geen natuurlijke genegenheid hebben’ en „ondankbaar” en „deloyaal” zijn. — 2 Timotheüs 3:1-5.
Anderzijds kan het openstellen van uw huis — en uw hart — voor een kind dat ouders nodig heeft, een positieve, verrijkende ervaring zijn. Cathy bijvoorbeeld is haar adoptieouders intens dankbaar dat zij haar een christelijk thuis hebben gegeven en in haar lichamelijke en geestelijke behoeften hebben voorzien. — Zie het kader „In ons geval was het een succes”, op bladzijde 8.
Wanneer zij hun gevoelens ten aanzien van hun adoptiezoons en -dochters moeten beschrijven, zouden de ouders van deze kinderen heel goed kunnen denken aan de woorden van de psalmist: „Kinderen zijn een geschenk van de Heer; zij zijn een ware zegen.” — Psalm 127:3, Today’s English Version.
[Voetnoten]
a Sommige namen zijn veranderd om anonimiteit te waarborgen.
-