-
Een christelijk gedrag in weerwil van geweldDe Wachttoren 1968 | 15 februari
-
-
hebben allen over de hele aarde onze oorlogswapens veranderd — onze zwaarden in ploegscharen, en onze speren in landbouwwerktuigen — en wij kweken vroomheid, rechtvaardigheid, menslievendheid, geloof en hoop aan, welke wij van de Vader Zelf hebben ontvangen, door bemiddeling van hem die gekruisigd werd.” — The Ante-Nicene Fathers, Deel I, blz. 254.
Hoewel vele autoriteiten van de natiën de neutrale handelwijze van christenen niet prettig vinden, zijn er anderen die deze wèl waarderen.
In een Afrikaans land bijvoorbeeld waren interne twisten er de oorzaak van dat politie en legereenheden wegversperringen betrokken. Het onderzoek dat op deze punten werd verricht, was bijzonder nauwgezet en tijdrovend. Maar in bijna alle gevallen lieten de soldaten en de politie Jehovah’s getuigen na een zeer korte inspectie onmiddellijk door, als zij zich duidelijk hadden kunnen identificeren. De autoriteiten merkten vaak op: „Wij vertrouwen jullie.” Of men hoorde hen zeggen: „Maak je maar geen zorgen, wij kennen Jehovah’s getuigen.” Toen enkelen van deze christenen naar een grote vergadering van bedienaren van het evangelie reisden, werd hun bij de controlepost verteld: „Er zijn al enkelen van jullie naar de vergadering toe; ga maar vlug!” De beambten die belast waren met het handhaven van de wet en bekend waren met het neutrale standpunt van Jehovah’s getuigen, behandelden hen met achting, omdat zij wisten dat zij niet voor de ongeregeldheden in het land verantwoordelijk waren.
Zelfs wanneer de autoriteiten christenen echter vervolgen, bewaart de individuele christen zijn neutrale standpunt. De juiste gedragslijn die hij dient te volgen, is door Jehovah God in zijn Woord uiteengezet. De christen zal om geen enkele reden hiermee schipperen. Hij vermijdt het daardoor verantwoordelijk te zijn voor de geweldpleging in deze wereld en hij vermijdt het ongunstige oordeel dat God over hem zou kunnen brengen.
God zal dit door geweld verscheurde samenstel van dingen nu heel spoedig tot een einde brengen. Hij zal het vervangen door zijn nieuwe samenstel van dingen, waarin „rechtvaardigheid [zal] wonen” (2 Petr. 3:13). Christenen die ondanks alle geweld een juist gedrag hebben bewaard, zullen daar heel bijzondere zegeningen uit oogsten, zegeningen van leven, gezondheid, vrede en geluk. Zij zullen voor altijd kunnen genieten van een leven in een nieuwe ordening waar geen geweld is. „De ootmoedigen beërven het land en verlustigen zich in grote vrede.” — Ps. 37:11.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1968 | 15 februari
-
-
Vragen van lezers
● In Deuteronomium 10:6 staat: „De Israëlieten nu braken op van Beëroth Bené-Jaäkan naar Moséra.” In Numeri 33:31, 32 staat echter precies het omgekeerde. Hoe moeten wij deze schijnbare tegenstrijdigheid begrijpen?
Het verslag in het boek Numeri verklaart aangaande de tocht van de Israëlieten door de wildernis: „Zij braken op van Moseroth (= Moséra) en legerden zich te Bene-Jaäkan. Zij braken op van Bene-Jaäkan en legerden zich te Hor-Gidgad.” In het verslag in Deuteronomium wordt de reisroute van de Israëlieten dus in omgekeerde volgorde weergegeven. Met het oog op de vele jaren die de Israëlieten in de wildernis hebben doorgebracht, is het heel goed mogelijk dat zij deze streek twee maal zijn doorgetrokken.
In The Pentateuch and Haftorahs (Deuteronomium) wordt op Deuteronomium 10:6 het volgende commentaar gegeven: „Een aannemelijke verklaring is, dat de Israëlieten, na in zuidelijke richting naar het land van Edom te hebben gereisd, een plotselinge wending naar het noorden moesten maken. . . . Het kan zijn dat zij voor korte tijd op hun schreden zijn teruggekeerd en enkele plaatsen hebben bezocht die zij reeds hadden gepasseerd, deze keer in omgekeerde volgorde.” Er zij opgemerkt dat het verslag in Deuteronomium (10:6) onmiddellijk na het vermelden van de legerplaats Moséra gewag maakt van Aärons dood, terwijl in het verslag van Numeri (33:31-39) eerst de tocht naar Ezeon-Geber en vervolgens naar het noordwestelijk
-