-
Priesters bij het theocratische legerDe Wachttoren 1955 | 1 februari
-
-
zijn.’ Terzelfder tijd plaatste koning Josafat, ten einde hun geloof en vertrouwen in Jehovah te versterken, Jahaziël en zijn Levietische medezangers in hun heilige opstelling en kledij helemaal vooraan in de marcherende kolonne. In plaats van een juichkreet welke op een trompetalarm volgde, marcheerden deze heilige Levieten voorwaarts terwijl zij zongen: „Dankt Jehovah; want zijn liefderijke goedgunstigheid duurt tot in eeuwigheid.” Koning Josafat en het leger volgden, terwijl zij een ondergeschikte positie innamen. Deze nadruk op de heiligheid van de oorlog was niet misplaatst, want wij lezen: ’Ter tijd nu, als zij aanhieven met een vreugdegeroep en lofzang, stelde Jehovah achterlagen tegen de kinderen Ammons, Moab, en die van het gebergte Seïr, die tegen Juda gekomen waren; en zij werden geslagen. Want de kinderen Ammons en Moab stonden op tegen de inwoners van het gebergte Seïr, om te verbannen en te verdelgen; en als zij met de inwoners van Seïr een einde gemaakt hadden, hielpen zij de een den ander ten verderve.’ Toen de theocratische optocht bij de wachttoren in de woestijn kwam, zagen zij de slachting die was geschied.
9. Hoe vierden zij Jehovah’s overwinning, en wat werd door zijn overwinning, aan de wereld uit de oudheid te kennen gegeven?
9 Alles wat zij nu behoefden te doen, was, de dode lichamen te plunderen. Na drie dagen welke hiermede in beslag werden genomen, vergaderden zij in het dal van Beracha en zegenden Jehovah, en daarna keerden zij, met heilige muziek terug naar Jeruzalem en zijn tempel, terwijl zij zich verheugden, ’want Jehovah had hen verblijd over hun vijanden.’ Wat was het resultaat van Jehovah’s heilige strijd tegen de goddeloze aanvallers? Het Bericht antwoordt: ’En er werd een verschrikking Gods over alle koninkrijken dier landen, als zij hoorden, dat Jehovah tegen de vijanden van Israël gestreden had’ (2 Kron. 20:1-20, 22-29; 20:21, AS). Aan de oude wereld werd te kennen gegeven dat Jehovah geen pacifist maar een strijder is, een strijder die altijd wint en die daarom gevreesd dient te worden. Wee voor de strijders tegen God; zij bevinden zich aan de verliezende zijde van de strijd! Maar degenen die Jehovah’s oorlogen strijden, bevinden zich niet aan de verliezende zijde. Zij zijn degenen die zich volledig aan de Christelijke theocratische oorlogvoering geven. Zij zijn exclusief voor deze oorlogvoering geheiligd, omdat het een heilige oorlogvoering is daar ze gestreden wordt in opdracht van de Heilige van het universum en door hem wordt ondersteund met overwinning in het vooruitzicht.
-
-
De Christelijke strijdersDe Wachttoren 1955 | 1 februari
-
-
De Christelijke strijders
1. Waarom is tegenwoordig de oorlogvoering van een Christen heilig, en welke vraag met betrekking tot de methode van oorlogvoering rijst op?
DE OORLOGEN van de getrouwe getuigen uit voor-Christelijke tijden waren heilig omdat ze theocratisch waren en in de naam van Jehovah der heerscharen werden gestreden en onder zijn leiding en op zijn bevel. De oorlogvoering van de ware Christenen in deze tijd, die eveneens getuigen van Jehovah zijn, is niet minder heilig, want ze is eveneens theocratisch. In vele gevallen streden de moedige getuigen van Jehovah in die oude tijden met stoffelijke wapens waardoor lichamelijke dood werd toegebracht. Mogen de Christelijke getuigen van tegenwoordig eveneens met zulke stoffelijke, dodelijke wapens strijden? Jehovah zal deze vraag beantwoorden en ons geweten onderrichten.
2. Waarom hebben Christenen de grootste strijd in de gehele geschiedenis te voeren, en waarom is het thans de „boze dag”?
2 In oude tijden streden de getrouwe getuigen van Jehovah vaak tegen sterke concentraties van de vijand, maar thans zijn de Christelijke getuigen van Jehovah in de grootste strijd der geschiedenis gewikkeld. De toenmalige getuigen die voor Jehovah streden, stonden tegenover menselijke vijanden en bewapenden zich met door mensen gemaakte wapens. De tegenwoordige Christelijke getuigen van Jehovah staan tegenover een bovenmenselijke vijand en worstelen met hem. Het is een ongeziene vijand maar niettemin is de oorlogvoering met hem zeer werkelijk. Het is daarom een conflict dat voortdurende waakzaamheid en gestadige bedachtzaamheid vereist, een voortdurende oorlogvoering, een levenslang conflict, waarvan wij geen verlof krijgen, waarin geen wapenstilstand en geen wapenschorsing is. In deze oorlogvoering heeft men voortdurend goddelijke vermaning nodig ten einde strijdvaardig en altijd moedig te blijven. Het conflict bereikt zijn hoogtepunt in wat „de boze dag” wordt genoemd. Er bestaat geen enkele twijfel meer over: wij bevinden ons thans in die „boze dag,” want Satan de Duivel en zijn onzichtbare demonen zijn uit de hemel geworpen naar de aarde en de „heerser der demonen” heeft grote toorn omdat hij weet dat hij nog een kleine tijd heeft tot aan de grootste oorlog aller tijden, de universele oorlog van
-