-
Geen genezing totdat de huizen zonder mens zijnDe Wachttoren 1967 | 1 maart
-
-
dienen, zou er een belangrijke tronk van de symbolische boom Israël overblijven. Bij de reuk van water zou deze tronk weer uitspruiten en de boom zou opnieuw groeien. Dit overblijfsel of deze tronk die nog steeds in de grond geworteld was, zou een zaad of nageslacht zijn dat heilig voor Jehovah was.
32. (a) Hoe bleek dit vertroostende gedeelte van Jesaja’s boodschap waar te zijn? (b) Wat werd hierdoor mogelijk gemaakt met betrekking tot diezelfde tempelprofetie, en hoe was het eveneens van invloed op onze tijd?
32 Dit vertroostende gedeelte van de boodschap die Jehovah Jesaja liet brengen, bleek eveneens waar te zijn. Na zeventig jaar van volkomen verwoesting en verlatenheid van het land Juda, keerde in 537 v.G.T. inderdaad een berouwvol, godvrezend overblijfsel van joden uit ballingschap in Babylon terug. Zij herbouwden Jehovah’s tempel en tevens hun stad Jeruzalem. Aldus werd het ’heilige zaad’ gebruikt om de zuivere aanbidding van Jehovah God in het land van Juda te herstellen (2 Kron. 36:20-23; Ezra 1:1 tot 6:22). Dit herstel van de joden in hun door God gegeven eigen land maakte de tweede vervulling van Jehovah’s profetie, zoals deze in de tempel aan Jesaja werd gegeven, mogelijk en wel in verband met een Grotere Jesaja. Beide historische vervullingen ten aanzien van het volk van het natuurlijke Israël verschaften een profetisch beeld van een derde vervulling van Jesaja’s tempelprofetie in onze tegenwoordige tijd. Laten wij dit nu gaan beschouwen.
-
-
Hebt u gezegd: „Hier ben ik! Zend mij”?De Wachttoren 1967 | 1 maart
-
-
Hebt u gezegd: „Hier ben ik! Zend mij”?
1. Wanneer vond de tweede vervulling van de profetie die Jesaja in de tempel ontving plaats, en hoe zou degene die Jehovah in dat verband verwekte, genoemd kunnen worden?
TALRIJKE profetieën van de bijbel blijken een drievoudige vervulling te hebben, terwijl deze derde en laatste vervulling in onze eigen twintigste eeuw valt. Dit maakt zulke profetieën voor ons van het hoogste belang, zoals eveneens het geval is met deze profetie die Jesaja ontving toen hij een visioen van Jehovah God in zijn heilige tempel had (Jes. 6:1-13). De tweede vervulling van deze zeer belangrijke profetie vond negentien eeuwen geleden plaats, toen Jehovah God een tweede Jesaja, een Grotere Jesaja, verwekte. Wie was deze Grotere Jesaja? Dit kunnen wij te weten komen uit Hebr. het tweede hoofdstuk van de brief die aan de tot het christendom bekeerde Hebreeën werd geschreven, zoals deze in de bijbel voor ons is bewaard.
2. Wat zei Jesaja met betrekking tot zijn kinderen, en hoe werd dit aangehaald om de Grotere Jesaja te identificeren?
2 De oorspronkelijke Jesaja was een getrouwd man geweest die twee of drie kinderen bij zijn Israëlitische vrouw, een profetes, had. Ter wille van de profetie werd Jesaja ertoe geïnspireerd te zeggen: „Zie! Ik en de kinderen die Jehovah mij gegeven heeft, zijn tot tekenen en tot wonderen in Israël vanwege Jehovah der legerscharen, die verblijf houdt op de berg Sion” (Jes. 8:18, NW). Bijna achthonderd jaar later schreef een bijbelschrijver, in Hebreeën 2:11-14, met betrekking tot Jezus Christus: „Want zowel hij die heiligt als zij die geheiligd worden, stammen
-