-
Goed nieuws verkondigen van iets betersDe Wachttoren 1984 | 1 april
-
-
vinden in de overvloed van vrede” (Psalm 37:11; zie ook Matthéüs 5:5). Laten Jehovah’s Getuigen overal ter wereld er ijverig moeite voor doen om zachtmoedige personen die met hen in contact zijn gekomen, zoals bezoekers van de Gedachtenisviering, op te bouwen en laten zij ook liefdevolle geestelijke hulp geven aan vroegere metgezellen die misschien inactief zijn geworden. Hun leven is kostbaar in Jehovah’s ogen (Matthéüs 18:14). Om de grote verdrukking te overleven en redding te ontvangen, moeten dezen nu ’hun gewaden wassen en wit maken in het bloed van het Lam’ en ze wit houden. Moge de „grote schare” in aantal blijven groeien naarmate steeds meer zachtmoedige personen zich ervan bewust worden dat zij zich moeten identificeren als opgedragen dienstknechten van Jehovah die te zamen met zijn volk een vreugdevol aandeel hebben aan de ’verkondiging van goed nieuws van iets beters’. — Openbaring 7:9, 14.
-
-
Wachters, verheft uw stem!De Wachttoren 1984 | 1 april
-
-
Wachters, verheft uw stem!
„Luister! Uw eigen wachters hebben hun stem verheven.” — JESAJA 52:8.
1, 2. (a) Welke vraag rijst er in verband met Jesaja 52:8? (b) Wat erkende één geestelijke?
WIE zijn de hier genoemde wachters? Zijn zij de wachters van de religies van de christenheid? Welnu, wat zeggen de geestelijken van de christenheid in deze tijd over het koninkrijk Gods? Het volgende voorbeeld kan ons helpen die vraag te beantwoorden.
2 Een geëerde „Weleerwaarde doctor” aan de Universiteit van Aberdeen (Schotland) uitte de volgende klacht:
„Gedurende de afgelopen zestien jaar [1963-78] kan ik mij slechts twee gelegenheden herinneren waarbij ik preken heb gehoord die speciaal gewijd waren aan het thema van het koninkrijk Gods. . . . Ik vind deze stilte nogal verwonderlijk omdat Nieuwtestamentische geleerden het er universeel over eens zijn dat het centrale thema van de evangeliën en van de leer van Jezus het koninkrijk Gods was. . . . Waarom predikt men niet over het koninkrijk Gods? Ik geloof dat één in het oog springend antwoord eenvoudig is: ’Omdat ons niet is geleerd hoe wij dit moeten doen.’”
3. Hoe zijn de woorden van Jesaja 56:10, 11 in deze tijd van toepassing?
3 Het is duidelijk dat geestelijken die in gebreke blijven het koninkrijk Gods te prediken, niet de werkelijke draagwijdte van het goede nieuws hebben begrepen. Zij hebben geen acht geslagen op Jesaja’s oproep om te ontwaken. Zij zijn niet in staat goed nieuws van iets beters te verkondigen omdat zij niets beters weten dan de geloofsbelijdenissen en het formalisme van de wereldse religie. Zij zijn ’blinde wachters’, van wie in Jesaja 56:10, 11 een passende beschrijving wordt gegeven.
4. (a) Hoe steken de wachters uit Jesaja 52:8 af bij de hedendaagse geestelijken? (b) Waarom dienen wij onze Grootse Onderwijzer dankbaar te zijn?
4 ’Ons is niet geleerd hoe wij dit moeten doen.’ Dat is de oorzaak die de „Weleerwaarde doctor” aanwijst voor het feit dat hij het koninkrijk Gods niet predikt. Maar gelukkig zijn er wel degelijk wachters die het koninkrijk Gods in deze tijd prediken, en zij kunnen dit op overtuigende wijze doen omdat het hun is en wordt geleerd. Zij zijn degenen naar wie Gods profeet verwijst wanneer hij schrijft: „Jehovah is een God des gerichts. Gelukkig zijn allen die hem blijven verwachten. . . . Uw Grootse Onderwijzer [zal] zich niet langer verbergen, en uw ogen moeten ogen worden die uw Grootse Onderwijzer zien. En uw eigen oren zullen een woord achter u horen, aldus: ’Dit is de weg. Wandelt daarop’, ingeval gijlieden rechts of ingeval gij links zoudt gaan.” — Jesaja 30:18, 20, 21.
5. (a) Welke organisatorische regelingen heeft Jehovah voor zijn volk getroffen? (b) In welke opzichten lijken Jehovah’s Getuigen in deze tijd — wat het Koninkrijk betreft — op Jezus en zijn apostelen?
5 Jehovah’s Getuigen ontvangen onderricht over Gods koninkrijk, echter niet op de theologische seminaries van de sekten van de christenheid, maar op de theocratische bedieningsschool en andere wekelijkse vergaderingen in hun Koninkrijkszalen. Zij worden opgeleid om het Koninkrijk op doeltreffende wijze van huis tot huis te prediken en bijbelstudies te leiden bij mensen die voor onderwijs openstaan en graag meer over het Koninkrijk willen weten. Dit onderricht is van Jehovah afkomstig via zijn organisatie, die hij als volgt toespreekt: „Al uw zonen zullen door Jehovah onderwezen personen zijn, en de vrede van uw zonen zal overvloedig zijn.” Jehovah’s Getuigen weten wat het Koninkrijk allemaal inhoudt en dat het de mensheid hier op aarde onnoemelijk veel zegeningen zal schenken. Evenals Jezus en zijn apostelen bidden zij om de komst van Gods koninkrijk en maken zij de Koninkrijkshoop ijverig bekend. — Jesaja 54:13; Matthéüs 4:17; 6:10; 10:7; 12:21; 24:14.
Wachters, roept het uit!
6. (a) Wie vormen thans de wachterklasse, en welke dienst verrichten zij? (b) Welke waarschuwing laat de wachter nu weerklinken, en van welk instrument bedient hij zich?
6 Gods profeten maken in een aantal schriftplaatsen melding van wachters. In oude tijden stonden dezen voortdurend op de uitkijk, klaar om bij een eventuele vijandelijke inval een waarschuwing te laten weerklinken. In Jesaja 21:8 bericht een van hen: „Op de wachttoren, o Jehovah, sta ik onafgebroken bij dag, en op mijn wachtpost heb ik mij gesteld alle nachten.” In deze tijd wordt zo’n dienst verricht door een wachterklasse, de gezalfde „getrouwe en beleidvolle slaaf” die de Heer Jezus Christus hier op aarde vertegenwoordigt. Deze wachter observeert hoe de gebeurtenissen op aarde zich als een vervulling van bijbelse profetieën ontwikkelen, laat de waarschuwing weerklinken dat een ’grote verdrukking zoals er sedert het begin der wereld niet is voorgekomen’ naderbij komt en maakt ’goed nieuws van iets beters’ bekend. Het tijdschrift De Wachttoren, met zijn wereldwijde oplage van 10.200.000 exemplaren per uitgave, is een van de instrumenten die de wachter gebruikt om dit goede nieuws bekend te maken. — Matthéüs 24:14, 21, 45-47; Jesaja 52:7.
7. Wie ondersteunen de „wachters”, en waarom is hun hulp nodig?
7 De als wachter optredende „slaaf”-klasse ontvangt veel loyale steun bij de bekendmaking van het goede nieuws. Zoals het vorige artikel te kennen gaf, waarin verslag werd uitgebracht over het aantal aanwezigen op de Gedachtenisviering in 1983, behoren thans slechts iets meer dan 9000 personen tot de overgeblevenen van de gezalfde „slaaf” op aarde. Zij hebben hulp nodig om het predikingswerk op doeltreffende wijze te volbrengen. En deze hulp wordt gegeven! Miljoenen metgezellen scharen zich aan hun zijde, en
-