-
Hoe is uw hart?De Wachttoren 1971 | 1 juni
-
-
22 Hoewel dit vaak betekent dat zij drastische veranderingen in hun leven moeten aanbrengen — bijvoorbeeld door zich van immoraliteit af te keren, hun neiging heethoofdig te zijn te laten varen, andere idealen voor ogen te houden en door absoluut eerlijke en ijverige dienstknechten van God te zijn — brengen zij inderdaad deze veranderingen moedig aan. Indien wij „de Heer aanroepen uit een rein hart” en eraan werken om een goed hart te bezitten, hebben wij de belofte van Jehovah dat hij ons erbij zal helpen zo’n hart te bezitten. — 2 Tim. 2:22.
23. Welk eerlijke onderzoek dient er naar de toestand van ons hart te worden ingesteld?
23 Hoe is dus uw hart? Voor zover u weet, kan uw hart, medisch gesproken, op het ogenblik gezond zijn, maar de belangrijker vraag is: Hoe is uw hart wanneer u de beweegredenen, genegenheden en verlangens die eruit voortspruiten beschouwt? Wanneer u uw hart in het licht van Gods Woord onderzoekt, bemerkt u dan dat het u ertoe aandrijft in de juiste richting te gaan, en liggen er juiste verlangens en genegenheden in opgesloten? Wanneer er gebreken worden aangetroffen, slaagt u er dan in zowel uw hart als uw geest of verstand te hernieuwen en te versterken, opdat u juist kunt denken en de neigingen van het onvolmaakte vlees en de verleidingen om u heen, kunt weerstaan? Indien u hier thans enigermate in slaagt, is het van het grootste belang dat u uw hart blijft opbouwen en beschermen.
-
-
Het menselijke hart is verraderlijkDe Wachttoren 1971 | 1 juni
-
-
Het menselijke hart is verraderlijk
„Het hart is verraderlijker dan iets anders en niets ontziend. Wie kan het kennen? Ik, Jehovah, doorvors het hart, . . . ja, om aan een ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht van zijn handelingen.” — Jer. 17:9, 10.
1. Wat zegt de bijbel ons ronduit over de neiging van het hart van de mens?
ONZE eigen ervaringen en de ervaringen van anderen herinneren ons er dagelijks aan dat men niet met een goed hart en een geest die tot rechtvaardigheid neigt, wordt geboren. Hoe onschuldig een pasgeboren baby ook is, toch zijn sinds de bevruchting zonde en onvolmaaktheid reeds in hem aan het werk. De psalmist David bracht het aldus onder woorden: „Zie! Met dwaling werd ik met barensweeën voortgebracht, en in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen” (Ps. 51:5). Zelfs gewetensvolle ouders die hun kinderen „in het strenge onderricht en de gezaghebbende raad van Jehovah” trachten groot te brengen, worden zich er heel vaak pijnlijk van bewust dat er ’dwaasheid aan het hart van een knaap gebonden is’ en hebben bemerkt dat „de roede van streng onderricht” in haar diverse toepassingen eraan te pas moet komen om „ze ver van hem [te] verwijderen” (Ef. 6:4; Spr. 22:15). Jehovah nam op barmhartige wijze nota van deze rampzalige erfenis die door ouders op hun kinderen wordt overgedragen doordat hij na de wereldomvattende vloed het offer van Noach en zijn gezin aanvaardde: „Nooit meer zal ik wegens de mens een vloek uitspreken over de aardbodem, want de neiging van ’s mensen hart is slecht van zijn jeugd af.” — Gen. 8:21.
HET HART KAN BEDRIEGLIJK ZIJN
2. (a) Hoe komt het dat „het hart . . . verraderlijker [is] dan iets anders en niets ontziend”? (b) Wat besefte Paulus, zoals hij erkende, zelfs nadat hij zijn geest had hervormd?
2 Te werk gaan volgens de ingevingen van het hart is bedrieglijk. Als wij niet oppassen,
-