-
Vreugdevolle feestenDe Wachttoren 1980 | 15 mei
-
-
werden bevrijd. Jesaja 12:3 zegt: „Met uitbundige vreugde zult gijlieden stellig water putten uit de bronnen der redding.”
22. (a) Hoe was Jehovah de Bron van water en redding voor de voorvaders van de joodse vierders geweest? (b) Hoe werd de vreugde bij het uitgieten van het water van Silóam beschreven?
22 Jehovah God was de hemelse Bron van hun redding. Hij was Degene die hun voorvaders had bevrijd uit de zeventigjarige ballingschap in het heidense Babylon, waar zij hadden gehunkerd naar de redding die zou komen nadat Babylon in 539 v.G.T. omvergeworpen zou zijn (Jes. 44:28 tot en met 45:7; Jer. 2:13). De herinnering aan deze bevrijding vormde gedurende het loofhuttenfeest een oorzaak van vreugde. Een oud joods spreekwoord luidt: ’Wie nog nooit de vreugde bij het uitgieten van het water van Silóam heeft gezien, heeft nog nooit vreugde in zijn leven gekend.’
-
-
FeestverlichtingDe Wachttoren 1980 | 15 mei
-
-
Feestverlichting
1. Hoe werd Jeruzalem gedurende het loofhuttenfeest speciaal verlicht, en wat deden de joden onder deze schitterende feestverlichting?
TER gelegenheid van het loofhuttenfeest werd „de stad van de grote Koning” Jehovah speciaal verlicht (Matth. 5:35). ’s Nachts vond er in Herodes’ tempel, en wel in het Voorhof der vrouwen, dat ten oosten van het altaar lag, een ongewoon vertoon plaats. Er werden daar vier reusachtige kroonkandelaars geïnstalleerd. Elk had vier grote schalen. Ten einde de schalen met de als brandstof dienende olie te vullen, moesten er ladders gebruikt worden om ze te bereiken. Oude priestergewaden werden als pitten voor de schalen met olie gebruikt. Het licht dat door deze zestien schalen brandende olie werd verspreid, was sterk genoeg om ’s nachts heel Jeruzalem te verlichten. Onder deze extra sterke feestverlichting dansten de Israëlitische mannen in het Voorhof der vrouwen of vertoonden zij staaltjes van bijzondere lenigheid of kracht, terwijl de vrouwen vanaf hun balkon op het tafereel neerkeken. Zangers zongen de vijftien Psalmen der Opgangen, waarbij zij door de levieten muzikaal werden begeleid. Deze feestvreugde hield aan totdat de dag aanbrak.
2. Waar bevonden de heidenen die het feest bijwoonden, zich bij deze gelegenheid?
2 De onbesneden heidenen die het feest bijwoonden, mochten niet verder komen dan het Voorhof der heidenen, dat door de Stenen afscheiding en het Buitenste voorhof van het Voorhof van Israël was gescheiden. — Zie Handelingen 21:28, 29, om de beperkingen waaraan de heidenen op het tempelterrein waren onderworpen, te illustreren.
3, 4. (a) Hoe bezocht Jezus het feest in de herfst van 32 G.T., en wat zei hij daar, wat de joden aan het water van Silóam herinnerd kan hebben? (b) Waarnaar verwees Jezus bij die gelegenheid, volgens Johannes 7:39?
3 Gezien de in het oog springende kenmerken die aan de viering van het loofhuttenfeest werden toegevoegd, kunnen wij enkele toepasselijke opmerkingen van Jezus Christus ten tijde van het feest beter begrijpen. In de herfst van het jaar 32 G.T. vierde hij dit feest voor de laatste keer. Aangezien er joden in Jeruzalem waren die hem wilden doden, vertrok Jezus alleen uit Galiléa en ging hij onopvallend naar het feest. Ongeveer in het midden van de viering, laten wij zeggen 18 Tisjri, trad hij openlijk naar voren en begon hij de mensen, de grote menigte feestvierders in de tempel, te onderwijzen.
-