-
Gewetensvragen onder de ogen zienDe Wachttoren 1973 | 1 januari
-
-
dienen wij ons niet als rechter aan te stellen over degene die volgens eer en geweten zijn eigen beslissing moet nemen. Ook dienen wij ons niet schuldig te voelen een fout te maken door zo iemand, als zijn beslissing in een ’grensgeval’ niet precies dezelfde is als wij genomen zouden hebben, nog altijd als een goedgekeurde dienstknecht van God te erkennen. God is zijn Rechter (Rom. 14:4, 10-12). Hier staat tegenover dat degenen die een verantwoordelijke positie in de christelijke gemeente bekleden, in hun opzicht over de gemeente ook hun eigen geweten moeten laten spreken. Hoewel zij misschien van oordeel zijn dat hun beslissing in een bepaalde aangelegenheid anders zou zijn geweest dan die van de een of andere broeder, komt hun geweten er misschien maar heel zwakjes tegen op, doordat de Schrift de kwestie klaarblijkelijk in het vlak van persoonlijke beslissing laat liggen. Als de persoon er blijk van geeft met een zuiver geweten te hebben gehandeld, kan hun geweten hun toestaan hem verantwoordelijkheid te geven of hem voor de een of andere verantwoordelijke positie aan te bevelen. Het kan echter ook zijn dat hun geweten voldoen krachtig in de kwestie spreekt zodat zij hem niet volgens eer en geweten als zodanig kunnen aanbevelen. Nogmaals, God is hun Rechter en zij zijn niet te veroordelen.
14. Welke vragen moeten nu beschouwd worden?
14 Vaak doen deze ’grensgevallen’ zich op het terrein van iemands werkkring voor. Is uw werk van dien aard dat u een zuiver geweten in de ogen van God kunt hebben? Is het van dien aard dat u zich als een ware volgeling van Jezus Christus ’aan ieder menselijk geweten kunt aanbevelen’? Dit zijn belangrijke vragen die wij in het volgende artikel zullen beschouwen.
-
-
Uw geweten en uw werkkringDe Wachttoren 1973 | 1 januari
-
-
Uw geweten en uw werkkring
1. Waarom is het werk van een christen een terrein waarop het uiterst belangrijk is zijn geweten te laten spreken?
HET grootste deel van de dag brengen wij door met werken. Een christen dient stellig een zuiver geweten te willen hebben ten aanzien van het werk dat hij verricht en ’alle dingen tot Gods heerlijkheid te doen’ (1 Kor. 10:31). Is uw werk van dien aard dat dit in uw geval mogelijk is?
2, 3. (a) Welk werk is vanzelfsprekend verkeerd, en kan een christen die zulk werk gaat doen de verantwoordelijkheid op iemand anders schuiven? (b) Hoe komt het dat bepaalde soorten van werk die op zich niet verkeerd zijn, niettemin gewetensvragen kunnen doen rijzen?
2 Vanzelfsprekend is elk werk dat rechtstreeks en principieel vereist dat men dingen doet die òf specifiek door Gods Woord veroordeeld worden òf niet met de beginselen ervan in overeenstemming zijn, verkeerd. Een christen kan de verantwoordelijkheid voor verkeerde daden niet eenvoudig op zijn werkgever schuiven. Maar als het werk op zich nu eens niet onverenigbaar is met Gods Woord maar deel uitmaakt van werkzaamheden of handelingen waardoor doeleinden worden nagestreefd die dit wel zijn? Wat dan?
3 Een eenvoudig illustratie: Als chauffeur werken en een auto besturen is op zich gepast werk. Maar hoe zou iemand die een christen belijdt te zijn als chauffeur kunnen werken voor een bende bankrovers? Of hoe zou een christen zich kunnen laten vereenzelvigen met een bordeel door er als portier of dienstmeisje te werken? Maar veronderstel nu eens dat u een melk- of krantenwijk had; zou u door aan zo’n slecht bekendstaand huis melk of de krant te bezorgen, deel gaan uitmaken van een immoreel bedrijf?
-