-
Hoe afhankelijk zijn wij van Jezus Christus?De Wachttoren 1978 | 15 maart
-
-
zal hij ons „een mond en wijsheid geven, die al [onze] tegenstanders te zamen niet zullen kunnen weerstaan noch tegenspreken.” — Luk. 21:15.
In Johannes 6:51 vermeldt Jezus Christus in de volgende woorden die hij destijds tot de joden sprak hoezeer de wereld der mensen van hem afhankelijk is: „Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid; en werkelijk, het brood dat ik zal geven, is mijn vlees ten behoeve van het leven der wereld.”
Gedurende Christus’ duizendjarige regering zullen al zijn aardse onderdanen — degenen die de komende „grote verdrukking” overleven en degenen die uit de dood worden opgewekt — het voorrecht ontvangen zich met dit hemelse manna te voeden door geloof te oefenen in het offer van Christus’ volmaakte menselijke leven, met eeuwig leven in het vooruitzicht. — Openb. 7:14, 15; Joh. 5:28, 29.
Bijgevolg dienen wij de positie in gedachten te houden waarin Jehovah zijn Zoon geplaatst heeft. Wij moeten zijn woorden in de bijbel bestuderen en ervoor zorgen dat wij naar de richtlijnen die hij geeft, handelen. Iemand die ouderling is, dient altijd naar de leiding, het voorbeeld en de woorden van Christus, als het Hoofd van de gemeente, op te zien. — Kol. 1:18.
Wij zullen er altijd aan denken dat Jehovah Degene is die aanbeden moet worden, maar dat God het verkozen heeft zijn Zoon eer te geven (Joh. 5:23). Het doel waarom Jezus zijn offer bracht en zijn werk deed, was dan ook om de mensheid tot de ware aanbidding van Jehovah te keren en hen tot volmaaktheid te herstellen — alles tot Gods heerlijkheid. Dit alles bewerkstelligt het geluk van de mensen, van wie God en zijn Zoon houden en ten behoeve van wie God zijn Zoon heeft gegeven. De Zoon heeft bereidwillig met God samengewerkt door lijden te ondergaan opdat wij zouden kunnen leven. — Joh. 3:16.
-
-
Christus’ dood gedenken — Hoeveel langer nog?De Wachttoren 1978 | 15 maart
-
-
Christus’ dood gedenken — Hoeveel langer nog?
DE GEDACHTENISVIERING ter herdenking van Christus’ dood was slechts voor een beperkte tijdsperiode bedoeld. De apostel Paulus schreef aan eerste-eeuwse christenen: „Want zo dikwijls als gij dit brood eet en deze beker drinkt, blijft gij de dood des Heren verkondigen totdat hij gekomen zal zijn” (1 Kor. 11:26). Dit betekent duidelijk dat wanneer de Heer Jezus Christus eenmaal is gekomen, de bekendmaking van zijn dood door middel van de viering van het Avondmaal des Heren zal ophouden. — 1 Kor. 11:20.
In de paschatijd van het jaar 33 van onze gewone tijdrekening stelde de Heer Jezus Christus „het avondmaal des Heren” in. Op het doel ervan wijzend, zei hij tot zijn getrouwe apostelen: „Dit betekent mijn lichaam, dat ten behoeve van u gegeven zal worden. Blijft dit tot een gedachtenis aan mij doen.” Ook: „Deze beker betekent het nieuwe verbond krachtens mijn
-