-
Hebt u de evangelisatiegeest?De Wachttoren 1974 | 1 september
-
-
zijn geest uitzendt en zal die geest hem niet ondersteunen. — 1 Thess. 4:7, 8.
25 Het is dus verstandig deze beginselen van een juiste levenswijze vanaf het begin in het hart van personen te planten. Natuurlijk kan er niet van hen verwacht worden dat zij hun leven onmiddellijk in het reine brengen, maar indien u de ware evangelisatiegeest bezit, zult u hen gestadig naar dat doel leiden. Dit kan met vriendelijkheid en tact gedaan worden en zonder zich op ongepaste wijze met hun zaken te bemoeien. Uw doel is, uw leerling te kennen en hem te helpen op die punten waarbij hij hulp nodig heeft. Vervolgens kunt u hem met u meenemen en hem opleiden om een aandeel te hebben aan de verkondiging van het goede nieuws.
26. Wat is noodzakelijk voordat een nieuweling tot de doop wordt aangemoedigd?
26 Insgelijks dient u iemand ook pas tot de doop aan te moedigen indien u weet dat de persoon zijn leven werkelijk in het reine heeft gebracht en lang genoeg in deze reine toestand heeft geleefd om te kennen te geven dat hij niet tot vroegere slechte gewoonten en praktijken zal terugkeren.
27. Wat zijn de beloningen voor hen die de evangelisatiegeest hebben?
27 Het bezitten van de evangelisatiegeest schenkt het grootste geluk. Er bestaat thans geen grotere vreugde dan in staat te zijn Jehovah’s naam in een goddeloze wereld hoog te houden en licht en hoop tot anderen te brengen. En wanneer u vervolgens ziet hoe degenen die u helpt, Jehovah en Jezus Christus en wat zij hebben gedaan, gaan leren kennen en waarderen, wordt uw vreugde nog groter. De evangelisatiegeest verdrijft de geest van jaloezie of afgunst. Wie de evangelisatiegeest bezit, verheugt zich in de geestelijke vooruitgang van anderen, vooral van degenen die u helpt. U denkt er in dit opzicht net zo over als de apostel Paulus wilde dat Timótheüs erover dacht: „De dingen die gij van mij gehoord hebt met de ondersteuning van vele getuigen, vertrouw die toe aan getrouwe mensen, die op hun beurt voldoende bekwaam zullen zijn om anderen te onderwijzen.” — 2 Tim. 2:2; 1 Kor. 10:24.
28. Als u meent dat u de evangelisatiegeest niet in voldoende mate bezit, wat kunt u dan doen om die geest te krijgen of te doen toenemen?
28 Alle ware dienstknechten van Jehovah wensen derhalve de evangelisatiegeest in zichzelf en in anderen aan te kweken. Indien u deze geest in uzelf wilt intensiveren, ga dan nauw om met degenen die deze voortreffelijke houding hebben en roep de hulp in van de ouderlingen in de gemeente. Zij zullen u graag helpen, want zij weten dat deze evangelisatiegeest tot heerlijkheid van God strekt en tot redding bijdraagt van henzelf en van degenen die zij helpen. — 1 Tim. 4:16.
-
-
Inzicht in het nieuwsDe Wachttoren 1974 | 1 september
-
-
Inzicht in het nieuws
Wordt de barrière geslecht?
● In maart heeft een gezamenlijke commissie van rooms-katholieke en lutherse theologen van de Verenigde Staten een verklaring uitgegeven dat het ’primaatschap van de paus’ niet langer een „barrière voor verzoening” van hun respectieve kerken behoeft te vormen.
Velen van thans beseffen niet dat de protestantse afscheiding van de zestiende eeuw veeleer een protest tegen het bestuur van de Kerk dan tegen leerstellingen was. In de vijfde eeuw had Leo „de Grote”, bisschop van Rome, er aanspraak op gemaakt boven alle andere bisschoppen te staan. Dit bekrachtigend, verklaarde het concilie van Florence van de vijftiende eeuw officieel dat de bisschop van Rome „de ware vicaris [administratieve vertegenwoordiger] van Christus” was met „volledige macht de gehele Kerk te voeden, te besturen en te regeren”. Protestanten van de volgende eeuw verwierpen een dergelijke pauselijke heerschappij als onschriftuurlijk. Alle hoop op verzoening vervloog toen het Eerste Vaticaans Concilie in juli 1870 de verdere
-