-
Waar kunnen mensen vrijheid vinden?De Wachttoren 1976 | 1 augustus
-
-
maar zij zullen geen wetten nodig hebben tegen immoraliteit, diefstal, moord en de ontaarde dingen waaraan de mens thans onderworpen is. De apostel Paulus schreef hierover:
„Nu weten wij dat de [Mozaïsche] Wet voortreffelijk is, mits men haar op wettige wijze hanteert, in de wetenschap dat de wet niet voor een rechtvaardig mens wordt afgekondigd, maar voor wettelozen en weerspannigen, goddelozen en zondaars, voor hen die liefderijke goedheid missen en voor bespotters van al wat heilig is, voor . . . doodslagers, hoereerders, . . . leugenaars.” — 1 Tim. 1:8-10.
Toen Jezus Christus als een volmaakte man van vlees en bloed op aarde was, bezat hij niet de neiging deze ontaarde dingen te doen. Het was voor hem iets natuurlijks de Wet te houden. Hij bewees dat zonde niet iets noodzakelijks of inherents is voor vleselijke personen, zoals de apostel Paulus uitlegt: „Door zijn eigen Zoon te zenden in de gelijkenis van het zondige vlees en betreffende zonde [hij kwam om zich als een zoenoffer te offeren ten einde zonde weg te doen], [heeft God] de zonde in het vlees veroordeeld.” — Rom. 8:3.
CHRISTELIJKE VRIJHEID IN DEZE TIJD
Degenen die tot een kennis van Jehovah God en zijn voornemen komen, kunnen, ook al zijn zij nog niet volmaakt, zelfs thans God behagen en een grote vrijheid genieten, zoals de apostel vervolgens zegt: „Opdat het rechtvaardige vereiste van de Wet vervuld zou worden in ons, die niet in overeenstemming met het vlees wandelen, maar in overeenstemming met de geest [van God]” (Rom. 8:4). Zij volgen „de volmaakte wet, die tot de vrijheid behoort”. — Jak. 1:25.
Ware christenen vertellen anderen derhalve met een grote vrijmoedigheid van spreken over de vrijheid die de mensheid door Gods regeling kan verkrijgen (Fil. 1:18-20). Zij volgen echter de raad van de apostel Petrus op: „Weest als vrije mensen, en gebruikt toch uw vrijheid niet als een voorwendsel voor zedelijke verdorvenheid maar als slaven van God” (1 Petr. 2:16). Zij ervaren zelfs in deze aan zonde verslaafde wereld veel troost, vrede en zekerheid en zij hebben ten aanzien van zichzelf de waarheid van Jezus, woorden bewezen: „Gij zult verkwikking vinden.” — Matth. 11:29.
-
-
Inzicht in het nieuwsDe Wachttoren 1976 | 1 augustus
-
-
Inzicht in het nieuws
In de naam van God
● Journalist C. L. Sulzberger schrijft vanuit Den Haag: „Het is een trieste waarheid dat waarschijnlijk de helft of meer dan de helft van de oorlogen die thans over de gehele wereld worden gestreden, hetzij openlijke religieuze conflicten zijn of verband houden met religieuze geschillen. En aangezien vrijwel alle formeel georganiseerde religies monotheïstisch zijn, betekent dit dat op ditzelfde moment mensen andere mensen doden in de naam van een identieke God, ook al worden hem verschillende namen toegedacht.”
Tot de conflicten die de heer Sulzberger opnoemt, behoren onder andere de oorlog tussen religieuze groeperingen in Libanon en de strijd tussen katholieken en protestanten in Noord-Ierland. Degenen die bij zulke oorlogen betrokken zijn, geloven misschien dat zij in de naam van God strijden. Maar staat God in werkelijkheid aan de zijde van een van de partijen in deze conflicten?
Het antwoord moet Neen luiden. Dit is zelfs het geval wanneer degenen die aan beide zijden van het conflict strijden, het christendom belijden aan te hangen. Jezus Christus zei over zijn ware volgelingen: „Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt” (Joh. 13:35). Liefde wordt niet ten toon gespreid door elkaar te bestrijden, te verminken en te doden. Bovendien hebben degenen die werkelijk in Gods naam handelen, „hun zwaarden tot ploegscharen [geslagen] en hun speren tot snoeimessen”. — Jes. 2:4.
-