-
Is mijn bijbel volledig?De Wachttoren 1976 | 15 augustus
-
-
hebben uitgemaakt van de oorspronkelijke handschriften. Deze verklaringen ontbreken in oude handschriften die helemaal tot de vierde eeuw teruggaan. In tegenstelling tot wat verwacht zou worden, waren afschrijvers eerder geneigd iets toe te voegen dan dingen weg te laten. Dit blijkt wel uit het feit dat de oudste en betrouwbaarste bijbelhandschriften het beknoptst zijn.
Indien u in een moderne vertaling bepaalde woorden of teksten niet kunt vinden, behoeft dit u dus niet te verontrusten. Een dergelijke moderne vertaling van de bijbel kan dichter bij het origineel zijn dan een oudere vertaling, waarvan de vertalers zelfs niet gebruik konden maken van zulke waardevolle vierde-eeuwse handschriften als de Codex Vaticanus en de Codex Sinaïticus.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1976 | 15 augustus
-
-
Vragen van lezers
● Werd Jezus lichamelijk als een mens van vlees en bloed opgewekt?
Volgens de geïnspireerde Schrift werd Jezus niet in het vlees tot leven opgewekt. In 1 Petrus 3:18 lezen wij dat hij „ter dood [werd] gebracht in het vlees, maar levend gemaakt in de geest” (Nieuwe-Wereldvertaling; Voorhoeve). Andere schriftplaatsen bevestigen dat Jezus eenvoudig niet als een mens van vlees en bloed opgewekt kan zijn.
Het was Gods voornemen dat zijn Zoon weer hemels leven zou hebben en niet als een mens op aarde zou blijven voortleven. Dit maakte het nodig dat Jezus als een geestelijk persoon werd opgewekt, aangezien mensen van vlees en bloed niet in de hemel kunnen leven. De apostel Paulus schreef: „Vlees en bloed [kunnen] Gods koninkrijk niet . . . beërven en de verderfelijkheid beërft de onverderfelijkheid niet.” — 1 Kor. 15:50.
In het geval van de mens Jezus Christus vormde zijn vlees een barrière die hem verhinderde het hemelse rijk binnen te gaan. In Hebreeën 10:20 werd derhalve in verband met Jezus’ „vlees” gezegd dat het werd afgebeeld door het „gordijn” in de tabernakel dat het Heilige van het Allerheiligste scheidde. Voordat Jezus de hemel, het werkelijke „Allerheiligste”, kon binnengaan, moest hij zijn vleselijke bestaan opgeven en de geestelijke natuur ontvangen. Zijn lichaam van vlees zou hem hebben belet als een geestelijk persoon voorbij het „gordijn” te gaan.
Nog een factor die niet over het hoofd gezien dient te worden is, dat de bok en de stier die op de verzoendag werden geofferd, het slachtoffer van Jezus Christus afbeeldden. De Wet, waarin deze slachtoffers werden voorgeschreven, diende als „een schaduw . . . van de toekomstige goede dingen” (Kol. 2:17; Hebr. 10:1). Zoals wij weten, verschaft een schaduw de algemene vorm van de werkelijkheid die de schaduw heeft geworpen. Wilde de schaduw dus in de werkelijkheid in vervulling gaan, dan kon Jezus zijn geofferde lichaam van vlees en bloed niet terugnemen, aangezien de lichamen van die geofferde slachtoffers grondig werden verwijderd doordat ze werden verbrand (Hebr. 13:11, 12). Hieruit volgt dus logischerwijs dat Jehovah God zich van het geofferde lichaam van zijn Zoon ontdeed. Indien Jezus zijn lichaam van vlees had teruggenomen, zou zijn slachtoffer bovendien tijdelijk zijn geweest, zonder een blijvende verzoenende waarde.
Dat Jezus niet in het vlees werd opgewekt, verklaart waarom twee van zijn discipelen en Maria Magdalena hem niet herkenden toen hij na zijn opstanding lichamelijk verscheen. Zij onderscheidden alleen wie hij was door wat hij zei of deed. — Luk. 24:13-31; Joh. 20:14, 15.
Het is waar dat Jezus, ten behoeve van de twijfelende Thomas, met het zichtbare bewijs van spijkerafdrukken in zijn handen en een speerwond in zijn zijde verscheen (Joh. 20:24-29). Maar zelfs in verband met die manifestatie is er het bewijs dat Jezus zich ogenblikkelijk in een fysiek lichaam van vlees gematerialiseerd moet hebben. Een ooggetuige, de apostel Johannes berichtte: „Ofschoon de deuren op slot waren kwam Jezus, en hij stond in hun midden” (Joh. 20:26). Het is duidelijk dat de apostel Johannes dit niet speciaal vermeld zou hebben als Jezus eenvoudig de deur had opengedaan en vervolgens zichtbaar de kamer was binnengekomen. Jezus is klaarblijkelijk plotseling in het midden van de discipelen verschenen, de gesloten deur verhinderde hem niet binnen te komen. Dit was iets wat een mens van vlees niet had kunnen doen. Geestelijke personen zijn hier echter wel toe in staat als zij zich materialiseren. Zo verscheen de engel Gabriël bijvoorbeeld lichamelijk aan de priester Zacharia in het heilige van de tempel (Luk. 1:11). En de engel die aan Simsons ouders verscheen, kwam in een vuurvlam naar beneden. — Recht. 13:19, 20.
Het geval waarbij de engel is betrokken die tot Simsons ouders sprak, werpt ook licht op
-