-
Waarom het kwaad voortduurtDe Wachttoren 2007 | 15 september
-
-
Beseft u de ernst van wat er gebeurde? De Duivel weersprak wat God tegen Adam had gezegd. Wat hij zei, kwam erop neer dat Adam en Eva Jehovah niet nodig hadden om voor hen te beslissen wat goed en wat kwaad was. Daarmee trok Satan de juistheid en de rechtmatigheid van Jehovah’s bestuur over de mens in twijfel. De uiterst belangrijke kwestie die Satan opwierp, had dan ook te maken met de rechtmatigheid van Jehovah’s soevereiniteit.
-
-
Waarom het kwaad voortduurtDe Wachttoren 2007 | 15 september
-
-
Satan zei glashard tegen Eva: „Gij zult volstrekt niet sterven” (Genesis 3:4). Door te zeggen dat Adam en Eva niet zouden sterven als ze van de verboden vrucht aten, noemde Satan Jehovah in feite een leugenaar. Dat was een ernstige beschuldiging! Als God in dit geval niet de waarheid had gesproken, hoe betrouwbaar was hij dan in andere kwesties? Wat heeft de tijd uitgewezen?
Adam en Eva kregen te maken met ziekte, pijn, ouderdom en uiteindelijk de dood. ’Al de dagen van Adam die hij leefde, bedroegen negenhonderd dertig jaar en hij stierf’, zegt de Bijbel (Genesis 3:19; 5:5). En die droevige erfenis is van Adam overgegaan op alle mensen (Romeinen 5:12). De tijd heeft uitgewezen dat Satan „een leugenaar en de vader van de leugen” is en Jehovah „de God der waarheid”. — Johannes 8:44; Psalm 31:5.
-