-
Geest (II)Inzicht in de Schrift, Deel 1
-
-
’Nieuw gemaakt in de kracht die uw denken aandrijft’. De onvolmaakte mens neigt van nature tot een verkeerde denkwijze. De bijbel noemt deze neiging de „vleselijke gezindheid” (Kol 2:18). Christenen worden eraan herinnerd dat zij vroeger vijanden van God waren omdat zij hun geest gericht hadden op de werken die goddeloos waren. — Kol 1:21.
De geest of denkwijze van de „fysieke” (lett.: „ziellijke”) mens, in tegenstelling tot de „geestelijke” mens, neigt naar materialistische dingen. De kracht die zijn denken aandrijft, is ten dele door overerving in hem gevormd en ten dele door datgene wat hem is geleerd en wat hij heeft ondervonden. Wanneer hij met een kwestie wordt geconfronteerd, stuwt of neigt deze kracht zijn denken in een materialistische of vleselijke richting. Vandaar het gebod aan christenen om ’nieuw gemaakt te worden in de kracht [geest (roeʹach)] die hun denken aandrijft’ (Ef 4:23). Door een studie van Gods Woord der waarheid en door de werking van Gods geest kan deze aandrijvende kracht veranderd worden, zodat iemands overheersende denkwijze in een juiste richting gestuwd wordt. Wanneer iemand dan met een kwestie wordt geconfronteerd, zal zijn denken door deze kracht in een juiste geestelijke koers worden gestuwd (1Kor 2:13-15). Zo iemand maakt zich geleidelijk „de zin van Christus” eigen; Christus werd altijd door de juiste kracht aangedreven, zijn denken was steeds op geestelijke dingen gericht. — 1Kor 2:16; Ro 15:5.
-
-
Geest (I)Inzicht in de Schrift, Deel 1
-
-
de geest (de overheersende geestelijke neiging) die iemand aan de dag legt. In Exodus 35:21 worden hart en geest naast elkaar geplaatst, want daar staat dat „een ieder wiens hart hem ertoe drong, . . . een ieder wiens geest hem ertoe aandreef,” bijdragen voor de bouw van de tabernakel bracht. Ook het omgekeerde kan gebeuren; toen de Kanaänieten vernamen welke krachtige werken Jehovah ten behoeve van Israël had verricht, ’versmolt hun hart en rees er geen geest in hen’, dat wil zeggen, zij misten de drang om de strijd met de Israëlieten aan te binden (Joz 2:11; 5:1; vgl. Ez 21:7). Bovendien wordt er gesproken over „hartepijn” en „verbreking des geestes” (Jes 65:14), of worden soortgelijke uitdrukkingen gebruikt. (Vgl. Ps 34:18; 143:4, 7; Sp 15:13.) Kennelijk wegens de krachtige invloed van de aandrijvende kracht op de geest, geeft Paulus de aansporing: ’Gij dient nieuw gemaakt te worden in de kracht [een vorm van pneuʹma] die uw denken aandrijft, en de nieuwe persoonlijkheid aan te doen, die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit.’ — Ef 4:23, 24.
-