-
Zich inspannen om overwinnaars te zijnDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
3. (a) Welke aanmoediging gaf Jezus aan de christenen in Smyrna? (b) Waarom noemde Jezus de christenen in Smyrna „rijk”, hoewel zij arm waren?
3 „Ik ken uw verdrukking en armoede — doch gij zijt rijk — en de laster van de zijde van hen die zeggen dat zij joden zijn en het evenwel niet zijn, maar die een synagoge van Satan zijn” (Openbaring 2:9). Jezus heeft niets aan te merken op zijn broeders in Smyrna, maar prijst hen alleen welgemeend. Vanwege hun geloof hebben zij veel verdrukking ondergaan. Materieel zijn zij arm, waarschijnlijk vanwege hun getrouwheid (Hebreeën 10:34). Zij bekommeren zich echter voornamelijk om geestelijke zaken, en zoals Jezus heeft aangeraden, hebben zij schatten vergaard in de hemel (Matthéüs 6:19, 20). De Opperherder beschouwt hen derhalve als „rijk”. — Vergelijk Jakobus 2:5.
4. Door wie werden de christenen in Smyrna hevig vervolgd, en hoe bezag Jezus die tegenstanders?
4 Jezus merkt vooral op dat de christenen in Smyrna veel tegenstand van de zijde der vleselijke joden hebben verduurd. Eertijds hadden velen die tot deze religie behoorden, de verbreiding van het christendom krachtig tegengestaan (Handelingen 13:44, 45; 14:19). En nu, nog maar enkele tientallen jaren na de val van Jeruzalem, legden die joden in Smyrna dezelfde satanische geest aan de dag. Geen wonder dat Jezus hen als „een synagoge van Satan” beziet!*
-
-
Zich inspannen om overwinnaars te zijnDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
Ongeveer zestig jaar nadat Johannes was gestorven, werd de 86-jarige Polycarpus in Smyrna levend verbrand omdat hij zijn geloof in Jezus niet wilde afzweren. Martyrium Polycarpi, een werk dat naar men meent uit dezelfde tijd dateert als waarin deze gebeurtenis plaatsvond, vermeldt dat toen het hout voor de brandstapel werd bijeengebracht, „de joden, naar hun gewoonte, uitermate ijverig daarbij assisteerden” — ook al vond de terechtstelling op „een grote sabbatdag” plaats.
-