vrijdag 29 maart
Iemand die betrouwbaar is kan iets vertrouwelijk houden. — Spr. 11:13.
Toen in 455 v.Chr. de muren van Jeruzalem waren herbouwd, zocht gouverneur Nehemia betrouwbare mannen die goed voor de stad zouden zorgen. Hij koos onder andere de bevelhebber van de Burcht, Hananja. De Bijbel beschrijft Hananja als ‘heel betrouwbaar’, als iemand met ‘meer ontzag voor de ware God dan veel anderen’ (Neh. 7:2). Uit liefde en ontzag voor Jehovah nam Hananja elke taak die hij kreeg serieus. Die eigenschappen zullen ook ons helpen om betrouwbaar te zijn in onze dienst voor God. Nog een voorbeeld is Tychikus, een broeder die het vertrouwen van Paulus had. Paulus kon echt op Tychikus bouwen. Hij noemde hem een ‘trouwe dienaar’ (Ef. 6:21, 22). Paulus vertrouwde erop dat hij de broeders in Efeze en Kolosse niet alleen zijn brieven zou bezorgen maar ook zou bemoedigen en versterken. Het voorbeeld van Tychikus doet denken aan betrouwbare broeders in deze tijd die voor onze geestelijke behoeften zorgen (Kol. 4:7-9). w22.09 9-10 ¶5-6
zaterdag 30 maart
Liefde bedekt een groot aantal zonden. — 1 Petr. 4:8.
Jozef kreeg zo’n 13 jaar lang zware beproevingen te verduren. Hij had zich kunnen afvragen of Jehovah wel echt van hem hield. Hij had kunnen denken dat Jehovah hem in een moeilijke tijd in de steek had gelaten. Maar hij raakte niet verbitterd. Hij hield juist zijn verstand erbij en bleef kalm. Toen hij de kans kreeg om wraak te nemen op zijn broers, deed hij dat niet. Hij toonde liefde en vergaf ze (Gen. 45:4, 5). Jozef gedroeg zich zo omdat hij in staat was helder te denken. Hij was niet gefocust op zijn problemen maar keek naar het grote geheel: Jehovah’s voornemen (Gen. 50:19-21). Wat is de les? Als iemand je iets heeft misdaan, raak dan niet verbitterd. Word niet boos op Jehovah en denk niet dat hij je in de steek heeft gelaten. Mediteer over wat hij doet om je te helpen de beproeving te doorstaan. En probeer de fouten van degenen die je kwetsen met liefde te bedekken. w22.11 21 ¶4
zondag 31 maart
Alle regeringen zullen hen dienen en gehoorzamen. — Dan. 7:27.
De profeet Daniël kreeg in visioenen duidelijk te zien dat Jehovah het oppergezag heeft en superieur is aan alle andere autoriteiten. Daniël zag eerst vier enorme beesten, die een afbeelding zijn van de vroegere wereldmachten Babylon, Medië-Perzië, Griekenland en Rome en van de huidige wereldmacht Engeland-Amerika (Dan. 7:1-3, 17). Daarna zag hij Jehovah God op zijn troon in het hemelse gerechtshof (Dan. 7:9, 10). God neemt al het gezag bij menselijke regeringen weg en geeft het aan personen die het meer verdienen en machtiger zijn. Wie zijn dat? ‘Iemand die leek op een mensenzoon’, Jezus Christus, en ‘de heiligen van het Opperwezen’, de 144.000 die ‘voor altijd en eeuwig’ zullen regeren (Dan. 7:13, 14, 18). Het is duidelijk dat Jehovah ‘het Opperwezen’ is. Wat Daniël in het visioen zag gebeuren, stemt overeen met iets dat hij eerder had gezegd. Over ‘de God van de hemel’ zei hij: ‘Hij (...) zet koningen af en stelt koningen aan’ (Dan. 2:19-21). w22.10 14-15 ¶9-11