maandag 18 maart
Die mensen overtreden de geboden van caesar. — Hand. 17:7.
Kort nadat in Thessalonika een gemeente was gevormd, kregen de nieuwe gelovigen hevige tegenstand. Een boosaardige menigte sleepte een aantal broeders ‘naar de stadsbestuurders’ (Hand. 17:6). Je kunt je wel voorstellen dat die pasbekeerde christenen echt even van slag moeten zijn geweest. Ze hadden kunnen denken dat ze het beter wat rustiger aan konden doen in hun dienst voor Jehovah. Maar Paulus wilde dat niet laten gebeuren. Hij zag erop toe dat de nieuwe gemeente goed verzorgd werd. Paulus schreef later aan de Thessalonicenzen: ‘We hebben Timotheüs gestuurd (...). Hij moest jullie versterken en jullie aanmoedigen in jullie geloof, zodat niemand door die beproevingen van slag zou raken’ (1 Thess. 3:2, 3). Timotheüs had gezien hoe Paulus de broeders en zusters in Lystra moed had ingesproken. Omdat Timotheüs had gezien hoe Jehovah dat had laten aflopen, kon hij zijn nieuwe broeders en zusters verzekeren dat ook voor hen alles goed zou komen (Hand. 14:8, 19-22; Hebr. 12:2). w22.08 21 ¶4
dinsdag 19 maart
Zodat we door hem leven zouden krijgen. — 1 Joh. 4:9.
In de 19de eeuw begon een groep Bijbelonderzoekers onder leiding van Charles Taze Russell een grondige studie van de Bijbel te maken. Ze wilden weten wat Jezus’ offer echt betekende en hoe zijn dood moest worden herdacht. Wat maakt hun studie zo waardevol voor ons in deze tijd? Je ogen zijn geopend voor de waarheid over Jezus’ offer en je weet wat het voor ons zal doen (1 Joh. 2:1, 2). Je hebt ook geleerd dat er volgens de Bijbel twee soorten hoop zijn voor mensen die Gods wil doen: voor sommigen de hoop op onsterfelijk leven in de hemel en voor anderen de hoop op eeuwig leven op aarde. Je groeit naar Jehovah toe als je bedenkt hoeveel hij van je houdt en hoeveel Jezus’ offer voor jou persoonlijk betekent (1 Petr. 3:18). Daarom nodigen we, net als onze trouwe broeders uit het verleden, mensen uit om samen met ons Jezus’ dood te gedenken op de manier die hij voorschreef. w23.01 21 ¶6-7
Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen na zonsondergang: 9 nisan) Markus 14:3-9
woensdag 20 maart
Hij is voor allen gestorven zodat zij die leven niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor hem die voor hen gestorven is en werd opgewekt. — 2 Kor. 5:15.
Jezus leerde mensen welke goede dingen Gods Koninkrijk zal doen. We zijn dankbaar voor de losprijs, omdat we daardoor een hechte vriendschap met Jehovah en Jezus kunnen hebben. Wie in Jezus gelooft, krijgt daarnaast de hoop eeuwig te leven en zijn overleden dierbaren terug te zien (Joh. 5:28, 29; Rom. 6:23). Je hebt niets gedaan om die mooie dingen te verdienen en kunt Jehovah en Jezus ook nooit terugbetalen voor wat ze voor je hebben gedaan (Rom. 5:8, 20, 21). Maar je kunt wel laten zien hoe dankbaar je bent. Hoe? Door je middelen te gebruiken om het Koninkrijkswerk te bevorderen. Je kunt je bijvoorbeeld beschikbaar stellen om te helpen bij de bouw en het onderhoud van gebouwen die bedoeld zijn voor de zuivere aanbidding. w23.01 26 ¶3; 27 ¶5
Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen overdag: 9 nisan) Markus 11:1-11