-
Kinderen streng onderrichten tot levenDe Wachttoren 1954 | 1 april
-
-
26. Wat zeggen wij met betrekking tot onze kinderen en het opleiden van hen?
26 Voor onze kinderen wensen wij juiste wegen, hetgeen betekent Jehovah’s wegen; juiste schreden, wat betekent Jehovah’s schreden; en op weg naar de nieuwe wereld willen wij hun weg gekenmerkt zien door morele oprechtheid in plaats van door ontaard wangedrag, en door werken des lofs in plaats van door wandaden van misdadigheid. En te midden van groeiende goddeloosheid zitten wij niet slechts hulpeloos bij de pakken neer, onze handen wringend en op onze nagels bijtend en piekerend, terwijl wij verlangend hopen dat onze kinderen niet zullen wegzinken in de smerige zeeën van de oude wereld. Wij doen hen met de Nieuwe-Wereldmaatschappij voortdrijven doordat wij juist onderwijs geven, juiste voorbeelden stellen en het noodzakelijke strenge onderricht toedienen. Laten de wereldse wijsneuzen maar zeggen dat wij onze kinderen haten wanneer wij hen streng onderrichten. Hun niet streng onderrichte kinderen zullen te Armageddon met hen sterven, maar onze streng onderrichte kinderen zullen voor altijd tezamen met ons in Jehovah’s Nieuwe-Wereldmaatschappij leven. Wie zijn dus de werkelijke haters van hun kinderen, en wie hebben hun kinderen werkelijk lief? Wie leiden de hunne naar de dood, en wie leiden de hunne naar het leven? Waarom zouden wij onze kinderen in de wegen van de oude wereld opleiden enkel en alleen opdat zij er tezamen mede zouden sterven? Wij zullen hen in de wegen van de Nieuwe-Wereldmaatschappij opleiden opdat zij met haar voor altijd in het leven kunnen blijven. Vergeet de weg die recht schijnt in de ogen van mensen; leert de weg kennen die recht is in de ogen van God. Wat geven wij er om indien de weg die recht is in de ogen van God, verkeerd schijnt in de ogen van mensen? Wie trachten wij te behagen, God of de mensen? Jehovah God, op de eerste plaats, op de laatste plaats en te allen tijde!
27. Tot welk besluit komen wij derhalve?
27 Ouders, gij weet wat gij moet doen. Kinderen, jullie weten wat jullie moeten doen. Jehovah weet wat hij zal doen. Indien wij hem gehoorzamen, zal hij dingen vóór ons doen. Indien wij hem ongehoorzaam zijn, zal hij dingen tegen ons doen. Houdt in gedachten, dat de zachtmoedigen de aarde zullen beërven; de opstandigen zullen tot de aarde terugkeren. Laten wij trachten de aarde te bewonen, niet er naar terug te keren. Dit is de dag der beslissing. Wij moeten onze beslissing nemen, de oude wereld moet de hare nemen, en de eeuwige bestemmingen zijn nog niet beslist. Tot besluit zeggen wij derhalve: Indien het in hun ogen verkeerd toeschijnt Jehovah’s weg te kiezen, laten zij in deze dag van Jehovah dan kiezen wiens richting zij willen inslaan en wiens weg zij willen kiezen; maar wat ons en het gehele huisgezin van de Nieuwe-Wereldmaatschappij betreft, wij zullen Jehovah, onze God, onze schreden laten richten en onze wegen laten kiezen, dit alles tot het eeuwige goed van de duizenden kinderen in ons midden, en de nog vele duizenden meer die onder ons zullen zijn voordat Armageddon losbreekt, en de scharen die nog aan de andere schapen geboren zullen worden in de eindeloze nieuwe wereld, die thans nabij is! Moge Jehovah alle ouders in de Nieuwe-Wereldmaatschappij helpen hun kinderen groot te brengen voor de Nieuwe-Wereldmaatschappij.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1960 | 15 september
-
-
● Is het met het oog op de bepaling in het Genesisverslag dat alles naar zijn soort zou voortbrengen, toegestaan om planten of dieren te kruisen ten einde bastaardsoorten voort te brengen? — F.B., V.S.
Toen Jehovah God het plantenleven schiep, bepaalde hij dat het zich door middel van scheuten of zaadvoortbrenging „naar hun soorten” zou voortplanten. Toen hij de grote verscheidenheid van waterdieren schiep, werden ze erop ingesteld zich „naar hun soorten” te vermenigvuldigen, en ook „elk gevleugeld vliegend schepsel naar zijn soort” (Gen. 1:11, 12, 21, NW). Het voornaamste vereiste in deze bespreking is de definitie van het woord „soort” zoals de bijbel dit gebruikt. Op bladzijde 104 van „Vergewist u van alles” wordt er de volgende schriftuurlijke definitie van gegeven: „Een familie of groep van levende schepselen of dingen die zich onderling laten kruisen maar zich niet laten kruisen met anderen buiten hun familie. (Dat wil zeggen, wier geslachtscellen zich zullen verenigen ten einde nakomelingen te vormen of beginnen te vormen; maar met die van een andere ’soort’ of familie zijn ze absoluut onverenigbaar)”. Deze definitie is dezelfde als die welke al eens aan „species” werd gegeven. De uitdrukking „species” werd toen gebruikt om het nakomelingschap van een enkel speciaal geschapen paar aan te duiden. Met de komst van de valse evolutietheorie is de betekenis van de uitdrukking „species” veranderd en volgens het hedendaagse wetenschappelijke gebruik van dit woord kunnen talrijke species alle van een en dezelfde bijbelse soort zijn. Wanneer er zich in de ene soort variaties voordoen, spreken evolutionisten over sommige ervan als nieuwe species en gebruiken dit als een bewijs dat species veranderen; volgens hun beperkte definitie van „species” is dit waar, maar species veranderen niet wanneer wij ons aan de oude definitie van de uitdrukking vasthouden welke in overeenstemming is met de hierboven gegeven bijbelse definitie.
Nu wij deze fundamentele beginselen kennen, kan de vraag duidelijk worden beantwoord. Er is geen bezwaar tegen dat de mens door middel van selectie, mutaties of kruising nieuwe planten- of dierensoorten ontwikkelt. Elke bastaardsoort die hij door middel van zijn kruisingsexperimenten zou kunnen voortbrengen, is geen schending van Gods bepaling in het Genesisverslag dat het leven zich naar zijn soort zou voortplanten. Waarom niet? Omdat, indien planten of dieren onderling vruchtbaar zijn en een nakomelingschap voortbrengen, ze tot dezelfde soort behoren; er is geen sprake van het overschrijden van de soortgrens. Het is onmogelijk deze grens te overschrijden, omdat Jehovah de soorten zo geschapen heeft. De mens kan het in Genesis opgetekende gebod betreffende de soorten niet schenden, omdat twee verschillende soorten onderling niet vruchtbaar zijn en geen nakomelingschap kunnen verwekken. Door middel van selectieve voortplanting, kruising en mutaties kan er een grote verscheidenheid van planten of dieren worden voortgebracht, maar deze vallen alle binnen de grenzen van hun soort. De wetenschap heeft geen bewijs om dit met succes te kunnen weerleggen.
-