-
Hoe de organisatie eerbaarheid dient te beschouwenDe Wachttoren 1965 | 1 februari
-
-
1, 2. (a) Hoe dient het verschil in kunne bij de mens beschouwd te worden, en waarom? (b) Hoe wordt in Genesis 1:27, 28 de oorsprong en het doel van het verschil in kunne verklaard?
BIJ eerbaarheid speelt het verschil in sekse een belangrijke rol. In het licht van Gods Woord is het geslachtelijke heilig. Het verschil in sekse is niet ontstaan door blinde, onwetende, amorele en toevallige evolutie gericht op een zelfzuchtig doel. Het verschil in kunne bij de mens is evenals dat bij zoogdieren, vissen, vogels, insekten en planten van God afkomstig. Is God immoreel omdat hij verschillende geslachten heeft geschapen? Neen! De grote golf van seksuele krankzinnigheid waardoor de wereld wordt overspoeld en waarvan allerlei verschrikkelijke geslachtsziekten het gevolg zijn, lag niet in Gods voornemen besloten. God heeft het verschil in sekse met een wonderbaarlijk doel geschapen, namelijk de voortplanting van het leven in zijn verschillende vormen op aarde, met inbegrip van het menselijk leven. Het eerste hoofdstuk van de bijbel verklaart in zeer eenvoudige taal de oorsprong en het doel van het verschil in kunne bij de mens. De verzen zevenentwintig en achtentwintig van het eerste hoofdstuk van Genesis 1:27, 28 (het eerste boek van de bijbel) luiden:
2 „God schiep den mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen. En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt.”
3. Welk doel moesten de geslachtsorganen in overeenstemming hiermee dienen, en waarom moeten ze in een bepaald opzicht als iets heiligs worden bezien?
3 De manlijke en de vrouwelijke geslachtsorganen moesten samenwerken bij de tenuitvoerlegging van dit door God gegeven gebod. De geslachtsorganen zijn dan ook geen speelgoed, ontworpen om er veel plezier mee te hebben, want dit goddelijke doel wordt door dit plezier niet gediend en bovendien heeft het nadelige gevolgen, niet alleen voor de geslachtsorganen maar voor de gehele persoon die zich op deze wijze tracht te vermaken. De geslachtsorganen dienen een zeer ernstig doel en zijn geen stukje speelgoed. Om die reden moeten de geslachtsorganen, de manlijke en de vrouwelijke, in een bepaald opzicht als iets heiligs worden bezien. Ze hebben met het leven te maken, in het bijzonder met het leven van een toekomstig mensengeslacht.
4. Moet het leven van het komende geslacht als iets heiligs worden beschouwd, en hoe kan iemand het zesde gebod van de Tien Geboden met betrekking tot dat geslacht overtreden door zijn gedrag op seksueel gebied?
4 Is het leven om te beginnen geen gift van God en is het derhalve niet heilig? Het leven van ieder menselijk schepsel dat thans lucht inademt, moet als iets heiligs worden beschouwd. Moet het leven van het komende geslacht niet eveneens als iets heiligs worden beschouwd? Stellig. Denkt u eens aan het zesde en zevende gebod van de Tien Geboden, die God aan zijn profeet Mozes heeft gegeven ten behoeve van de natie Israël: „Gij moogt niet moorden. Gij moogt geen overspel plegen” (Ex. 20:13, 14, NW). Wilt u het komende geslacht, een baby, een kind, doden of verminken? U kunt dit doen door met de geslachtsorganen te knoeien, door ze te gebruiken op een wijze die in strijd is met het voornemen dat God ermee heeft en met de wet die hij ten aanzien ervan heeft uitgevaardigd — dus op een immorele wijze waardoor walglijke ziekten ontstaan, met dodelijke gevolgen voor menselijke nakomelingen.
5, 6. (a) Hoe moet het zaad des levens dat in de man en de vrouw is gelegd, worden beschouwd, en hoe moet een leven in de schoot van een vrouw worden bezien? (b) Hoe wordt dit feit bevestigd door Gods wet in Exodus 21:22-25?
5 Het leven is, als geschenk van God, heilig. Daarom is het zaad des levens dat God in de man en de vrouw heeft gelegd ook heilig en is het de bedoeling dat het het verheven goddelijke voornemen dient. Dat was de reden waarom, wanneer het leven van een lid van het komende geslacht in de schoot van een vrouw een begin had gehad, dit leven als heilig werd beschouwd. Op het doden van dit leven stond voor de moordenaar als verdiende straf de dood. In Gods door bemiddeling van Mozes gegeven wet werd het ongeboren kind in de schoot van de vrouw, de foetus, als een levend schepsel beschouwd dat het recht bezat via de geboorte uit de moeder ter wereld te komen.
6 In het hoofdstuk dat onmiddellijk volgt op dat waarin de Tien Geboden worden uiteengezet, zegt Gods wet: „Wanneer mannen vechten en een van hen stoot een zwangere vrouw, zodat haar vrucht afgaat, maar zonder ander letsel, dan zal zeker een boete worden geëist, naardat de man van die vrouw hem oplegt, en hij zal het volgens besluit van de rechters geven. Maar indien er een ander [noodlottig, NW] letsel is, zult gij geven leven voor leven, oog voor oog, tand voor tand, hand voor hand, voet voor voet, blaar voor blaar, wond voor wond, striem voor striem” (Ex. 21:22-25). In dit geval gold dan ook: leven voor leven.
7. (a) Van welke dag beginnen sommige oosterlingen, in overeenstemming hiermee, hun leeftijd te tellen? (b) Hoe moet het menselijke embryo worden beschouwd, en het vernietigen ervan betekent dus een overtreding waarvan?
7 Volkomen in overeenstemming met dit feit beginnen sommige oosterlingen, de Koreanen bijvoorbeeld, hun leeftijd te tellen van de dag waarop zij in de schoot van hun moeder zijn verwekt en niet van de dag van hun geboorte. Hierdoor komt duidelijk tot uiting dat het menselijke embryo een levend schepsel is en dat het in geen enkel stadium vernietigd mag worden. Dr. J. B. Glenn zegt in zijn boek The Bible and Modern Medicine (bladzijde 176, paragraaf 2, uitgave van 1963)a met betrekking tot het embryo dat geschikt is om te kunnen gaan leven: „Het levensvatbare embryo in de baarmoeder is een menselijk individu en derhalve is het vernietigen ervan een overtreding van het zesde gebod.”
-
-
Hoe de organisatie eerbaarheid dient te beschouwenDe Wachttoren 1965 | 1 februari
-
-
11. (a) Waarop heeft elk menselijk schepsel recht, in overeenstemming met dat wat God de man en vrouw in Eden voor ogen heeft gesteld, en waartoe zijn anderen derhalve niet gerechtigd? (b) Voor het lichaam van wie dienen wij derhalve respect te tonen?
11 Oorspronkelijk was het wettige huwelijk het natuurlijke vooruitzicht dat God mannen en vrouwen voor ogen stelde. Ieder mens heeft in afwachting van een eerbaar huwelijk het recht een rein leven te leiden. Niemand heeft het recht zijn medemens, die zulk een van God afkomstig voorrecht bezit, te verderven door hem of haar seksuele immoraliteit op te dringen of hem of haar ertoe te verleiden. Geen enkele zelfzuchtige persoon is gerechtigd het recht en de vooruitzichten van een medeschepsel op een eerbaar, gelukkig, gezond huwelijk, te bederven. Niemand heeft het recht een ander zulk een gewenst huwelijk onmogelijk te maken door de geslachtsorganen of geslachtelijke processen van die persoon te misbruiken. Wij dienen niet alleen ons eigen lichaam maar ook dat van anderen te respecteren. Derhalve dient geen enkel christelijk meisje zichzelf tot een openbare handdoek te maken waaraan elke man door middel van immoraliteit zijn handen kan afvegen. Welke zichzelf respecterende man die een voorstander is van een gezonde leefwijze en hygiëne, zou zijn handen willen afvegen aan een vuile openbare handdoek door een meisje te trouwen dat zich tot een hoer of prostituée maakt? Meisjes, maakt jullie niet tot een vuile handdoek voor openbaar gebruik, beschikbaar voor de vuile handen van iedere hoerenloper, elke symbolische „hond”.
12. Wat betoogt Paulus in 1 Korinthiërs 12:23-25 (NW), en welke delen van het lichaam behoren hier dus ook toe?
12 Wij dienen onze geslachtsdelen te eren. Paulus schreef hierover aan de christenen in Korinthe: „De delen van het lichaam waarvan wij denken dat ze minder eervol zijn, omgeven wij met overvloediger eer, en aldus hebben onze onwelvoeglijke delen des te overvloediger welvoeglijkheid, terwijl onze welvoeglijke delen niets nodig hebben. God heeft niettemin het lichaam zo samengesteld dat hij overvloediger eer gaf aan het deel dat te kort kwam, zodat er geen verdeeldheid in het lichaam zou zijn, maar de leden ervan dezelfde zorg voor elkaar zouden hebben.” — 1 Kor. 12:23-25, NW.
13. Op welke ontering van het menselijk lichaam vestigt Romeinen 1:24 (NW) de aandacht, en tot wanneer zal God dit laten voortduren?
13 Zij die zich aan seksuele onreinheid of immoraliteit overgeven, onteren hun lichaam. „Daarom heeft God hen”, zo schrijft Paulus aan de Romeinse christenen, „in overeenstemming met de begeerten van hun hart, aan onreinheid overgegeven, opdat zij onderling hun lichamen zouden onteren” (Rom. 1:24, NW). Tot de naderende strijd van Armageddon en het binden en in de afgrond werpen van Satan de Duivel met zijn demonen, zal God de immoraliteit op aarde laten bestaan en zelfs toelaten dat ze toeneemt, overeenkomstig de verdorven begeerten van wereldse zondaars. Hoereerders en overspelers en zij die sodomie of lesbische liefde bedrijven, zullen echter niet in leven blijven om Gods rechtvaardige nieuwe ordening binnen te gaan.
14. Met wat voor doel werd het menselijke huwelijk ingesteld, en wat was Gods wil met betrekking tot al onze levensprocessen?
14 Het huwelijk tussen de beide menselijke geslachten lag in het voornemen van God, de Schepper, besloten en het werd door hem ingesteld met een gelukkig doel, namelijk het vullen van een paradijsachtige aarde met een gezond, rechtvaardig geslacht van volmaakte mannen en vrouwen. Onze Schepper heeft al onze levensprocessen ontworpen en geregeld. Het was zijn wil dat al onze normale levensprocessen zouden bijdragen tot ons geluk en onze gezondheid. Dit geldt ook voor de belangrijke seksuele eenwording ter verwekking van kinderen om de menselijke familie uit te breiden en de gehele aarde met menselijke schepselen naar Gods beeld en gelijkenis te vullen. — Gen. 1:26-28.
15. Het opvolgen van Gods gebod de aarde te vullen, zou voor de man en vrouw wat voor soort van ervaring zijn, maar buiten welke verhouding om mag men dit voorrecht niet genieten?
15 Met het oog op de manier waarop God de man en de vrouw heeft geschapen, zou het opvolgen van zijn gebod om de aarde met hun soort te vullen, geen probleem, geen last voor hen moeten vormen. Het moest een aangename, verrukkelijke taak zijn, een taak waardoor het leven en het dienen van God met een onuitsprekelijk geluk zouden worden verrijkt. Wie zouden dit voorrecht echter genieten? Gehuwden, mensen die God had samengebracht, degenen die door een eerbaar, wettig huwelijk één vlees zouden worden en dit dienden te blijven. Zij die trachten buiten de huwelijksband om de verrukkingen van een seksuele eenwording te genieten, onteren God en zijn hem ongehoorzaam.
16. (a) Waardoor worden wij geholpen dierlijke hartstochten te overwinnen? (b) Waarom mogen de geslachtsorganen niet aanbeden worden?
16 De juiste kijk op deze zaken die volgens de geïnspireerde bijbel zo uiterst belangrijk zijn, helpt ons dierlijke hartstochten te overwinnen en op onze hoede te zijn voor het op wellustige wijze maken van plannen voor de manier waarop wij het seksueel geprikkelde vlees op immorele wijze kunnen bevredigen (2 Sam. 13:1-14). Laten wij altijd in gedachten houden waarom God ons geslachtsorganen heeft gegeven. Laten wij ze bezien in overeenstemming met de heiligheid die er in een bepaald opzicht aan kan worden toegekend. Dit betekent geenszins dat wij de geslachtsorganen moeten aanbidden en ons met fallische aanbidding moeten bezighouden door bij wijze van religieus privilege of religieuze plicht immoraliteit te bedrijven. De geslachtsorganen mogen niet worden aanbeden, zelfs niet in iemands gedachten doordat hij voortdurend of voornamelijk aan de geslachtsdelen en seksuele activiteiten denkt. De geslachtsorganen hebben de mensheid geen leven geschonken. Ze zijn slechts het wonderbaarlijke werktuig met behulp waarvan het leven, overeenkomstig Gods wil, aan onze kinderen wordt doorgegeven.
-