-
Hoe de dag van afrekening ons tot welzijn dientDe Wachttoren 1979 | 15 april
-
-
5 „Al uw klederen zijn mirre en aloëhout en kassia; vanuit het grootse ivoren paleis zijn het snaarinstrumenten die u hebben verheugd. Koningsdochters zijn onder uw dierbare vrouwen. De gemalin heeft zich aan uw rechterhand gesteld in goud van Ofir. Luister, o dochter, en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en het huis van uw vader, en de koning zal naar uw schoonheid verlangen, want hij is uw heer, buig u dus voor hem neer. De dochter van Tyrus eveneens met een geschenk — de rijken van het volk zullen uw eigen aangezicht vermurwen. De koningsdochter is een en al heerlijkheid daarbinnen in het huis; haar kleding heeft gouden zettingen. In geweven kledij zal zij tot de koning worden geleid.” — Ps. 45:8-14a.
-
-
Hoe de dag van afrekening ons tot welzijn dientDe Wachttoren 1979 | 15 april
-
-
7. Aan wie hebben de apostelen personen uitgehuwelijkt door hen tot discipelen te maken, en wat vormen zij allen te zamen in de hemel?
7 Zo hebben ook Paulus en de andere apostelen personen tot discipelen van Christus gemaakt en hen daardoor als een „eerbare maagd” aan Jezus Christus als de ’ene man’ uitgehuwelijkt (2 Kor. 11:2). Zoals een ten huwelijk beloofd meisje het huis van haar ouders verlaat om met haar man in het huwelijk te treden en bij hem te wonen, moeten de discipelen die ten huwelijk zijn beloofd aan de hemelse Bruidegom, hun eigen aardse volk en aardse vaderlijke huis verlaten en hun genegenheid op hun hemelse Verloofde, Jezus Christus, richten. Als zij hun aardse loopbaan getrouw in maagdelijke eerbaarheid geëindigd hebben, moeten zij op de stem van hun Bruidegom wachten als hij hen in een opstanding uit de doden te voorschijn roept (1 Thess. 4:16, 17; Joh. 6:54). In de hemel vormen alle 144.000 te zamen de „dochter” van Jehovah de Koning, want door middel van zijn geest heeft hij hen als hun Pleegvader verwekt. Te zamen vormen zij het Nieuwe Jeruzalem, hetwelk „de bruid, de vrouw van het Lam” wordt genoemd. Bij die gelegenheid is zij „toebereid als een bruid die voor haar man versierd is.” — Openb. 21:2, 9.
-