-
Vragen van lezersDe Wachttoren 2006 | 1 januari
-
-
Vragen van lezers
In Psalm 102:26 wordt gezegd dat de aarde en de hemelen „zullen vergaan”. Betekenen die woorden dat de planeet Aarde vernietigd zal worden?
In een gebed tot Jehovah zei de psalmist: „Lang geleden hebt gij de grondvesten gelegd van de aarde, en de hemelen zijn het werk van uw handen. Díé zullen vergaan, maar gíȷ́ zult standhouden; en net als een kleed zullen ze alle verslijten. Net als kleding zult gij ze verwisselen, en ze zullen op hun beurt eindigen” (Psalm 102:25, 26). Uit de context blijkt dat het in deze verzen niet gaat over de vernietiging van de aarde, maar over de eeuwigheid van God. De context laat ook zien waarom die zo belangrijke waarheid vertroostend is voor Gods dienstknechten.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 2006 | 1 januari
-
-
Toch zijn zelfs de hoge leeftijd van de aarde en de hemelen niet te vergelijken met Jehovah’s eeuwige bestaan. De psalmist voegt eraan toe: „Díé [de aarde en de hemelen] zullen vergaan, maar gíȷ́ zult standhouden” (Psalm 102:26). De stoffelijke aarde en hemelen zijn vergankelijk. Het is waar dat Jehovah elders heeft verklaard dat ze eeuwig zullen blijven bestaan (Psalm 119:90; Prediker 1:4). Maar ze zouden vernietigd kunnen worden als dat Gods bedoeling was. In tegenstelling daarmee kan God niet sterven. De stoffelijke scheppingen blijven alleen „voor eeuwig in stand” omdat God ze in stand houdt (Psalm 148:6). Als Jehovah er ooit mee ophoudt de stoffelijke scheppingen te vernieuwen, dan ’zullen ze net als een kleed alle verslijten’ (Psalm 102:26). Zoals een mens zijn kleren overleeft, zou Jehovah zijn schepping kunnen overleven — als hij dat zou willen. Uit andere schriftplaatsen weten we echter dat dat niet zijn wil is. Gods Woord verzekert ons dat Jehovah bepaald heeft dat de letterlijke aarde en hemelen eeuwig zullen blijven bestaan. — Psalm 104:5.
-