-
Loyaliteit jegens Jehovah’s organisatieDe Wachttoren 1964 | 15 oktober
-
-
20. Om welke redenen kunnen wij thans gelukkig zijn?
20 Kijk eens om u heen in de Nieuwe-Wereldmaatschappij van Jehovah’s getuigen. Terwijl wij in deze gespannen tijd leven, waarin de hinderpalen voor wereldeenheid groter zijn dan ooit tevoren, bezitten wij een vrede die uit liefde voortspruit en zo diep geworteld is, dat machtige natiën ze niet kunnen uitroeien. Het materialisme en het nationalisme slagen er niet in de theocratische organisatie te verwoesten of haar genegenheid voor haar maker, Jehovah God, te doen verflauwen. Wij zien dat de mensen met opbouwend geestelijk voedsel worden gevoed, hetgeen groei en rijpheid tot gevolg heeft. Zoals Jezus Petrus gelastte, ’worden de schapen gevoed’ (Joh. 21:15-17, NW). De organisatie is rijp en deze rijpheid neemt iedere dag toe. Wij bezitten kennis over duidelijk in de Schrift uiteengezette leerstellingen, terwijl wij niet in het onzekere behoeven te verkeren over onze verhouding tot God en ons ook niet hoeven af te vragen wat Gods wil is. Wij bezitten het prachtigste materiaal om mee te werken, en wel in de vorm van publikaties, bijbels, instructies en aanmoedigende raadgevingen. De theocratische maatschappij vormt beslist een florerende, bloeiende, voorspoedige, veilige en zekere plaats om in te leven, hetgeen in Jesaja 32:18 heel goed onder woorden wordt gebracht: „Mijn volk zal in een verblijf des vredes wonen, in veilige woningen, in oorden van ongestoorde rust.” Deze toestand zal eeuwig blijven bestaan. Ja, wij kunnen ons net als Abraham voldaan voelen. In deze Nieuwe-Wereldmaatschappij van Jehovah’s getuigen zijn wij omringd door mensen die zich jegens God loyaal betonen; zij zijn Zijn vrienden en hij schaamt zich er niet voor hun God genoemd te worden. Blijf derhalve dicht bij Jehovah, leef in overeenstemming met zijn Woord en werk met zijn volk samen, ja, blijf eeuwig met Jehovah’s organisatie in leven.
-
-
Blijk geven van getrouwheid in kleine dingenDe Wachttoren 1964 | 15 oktober
-
-
Blijk geven van getrouwheid in kleine dingen
„Wel gedaan, goede slaaf! Gij hebt u in een zeer kleine zaak getrouw getoond, heb daarom autoriteit over tien steden.” — Luk. 19:17, NW.
1. Waarvoor komen wij in het dagelijks leven te staan, en hoe reageren mensen erop?
ELKE dag van ons leven komen wij voor allerlei kleine dingen te staan. Zo kan iets kleins betrekking hebben op een aangelegenheid die deel uitmaakt van een probleem; het kan ook pijn zijn; soms is het een onderdeel van een karweitje dat opgeknapt moet worden of een zekere mate van de verantwoordelijkheden die wij dragen; misschien is het een van die gelukkige momenten in ons leven, of wat extra werk dat wij op ons hebben genomen om iemand anders te helpen. Wij behartigen vele van deze kleine dingen, hoewel er ook heel wat ongedaan blijven. Sommige mensen schijnen in staat te zijn zich van vele verantwoordelijkheden te kwijten, terwijl anderen zich al zorgen maken wanneer zij een beperkte verantwoordelijkheid te dragen krijgen. Er zijn mensen die iedere dag nemen zoals hij komt, die de dringendste aangelegenheden welke hun wachten, afhandelen en bij het vooruitzicht dat zij zich van nog veel meer verantwoordelijkheden moeten kwijten, toch hun kalmte bewaren, terwijl anderen al van streek zijn als hun meer werk wacht dan zij onmiddellijk aankunnen. Dezen maken zich ernstig zorgen over kleinigheden die nog in de toekomst liggen. Zij lopen over bruggen die nog gebouwd moeten worden en vaak nooit gebouwd behoeven te worden. Wij moeten evenwichtig zijn in ons denken. „Bekommernis in het hart des mensen buigt het neder; maar een goed woord verblijdt het.” — Spr. 12:25, SV.
2. (a) Welke taak komt er, doordat wij leden van Gods organisatie zijn, nog meer op ons te rusten? (b) Van welke betekenis is dit voor iemand?
2 Doordat wij leden van Gods organisatie zijn, nemen wij nog veel meer kleine dingen op ons dan die waarvoor wij elke dag al komen te staan. Daartoe behoren het bestuderen van de bijbel, het bijwonen van vergaderingen waar wij nog meer geestelijk voedsel ontvangen, het aandeel dat wij hebben aan de prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk, het geven van een goed voorbeeld in de gezinskring en reine levensgewoonten. Wanneer wij deze voorrechten getrouw behartigen, bestaat de mogelijkheid dat wij tot opziener in de gemeente worden aangesteld om te helpen bij het weiden van de kudde Gods. Door dit alles zullen iedere dag nog veel meer kleine dingen een rol in ons leven gaan spelen. Dit zijn echter de dingen die wij niet zo gemakkelijk ongedaan kunnen laten. God in een organisatie dienen, wil zeggen, zorgen dat de dingen gebeuren. Met het behartigen ervan is de geestelijke gezondheid van zowel onszelf als anderen gemoeid (1 Tim. 4:16, NW). Geestelijke aangelegenheden dienen op de eerste plaats te komen (Matth. 6:26, NW). Wanneer wij het moe zijn de problemen van elke dag het hoofd te bieden, ontvangen wij hulp van degenen die in Jesaja 50:4 (NW) worden genoemd: „De Heer Jehovah zelf heeft mij de tong van de onderwezenen gegeven, opdat ik wete hoe de moede met een woord te antwoorden.” Lukas 19:17 (NW) zegt: „Wel gedaan, goede slaaf!” Deze woorden gelden de manier waarop de getrouwe gezalfde volgelingen van Christus Jezus de koninkrijksbelangen behartigen (Matth. 25:21, NW). Deze goede manier heeft tot gevolg dat zij als de „getrouwe en beleidvolle slaaf” over alle koninkrijksbelangen op aarde worden aangesteld. Het beginsel dat hieraan ten grondslag ligt, geldt voor al Gods dienstknechten; getrouwheid is een vereiste.
-