-
Word niet snel toornigDe Wachttoren 1960 | 1 juni
-
-
20. Hoe wordt de man die volledig uiting geeft aan zijn toorn, in Gods Woord beschreven, en welk gevaar bestaat er wanneer men met zulke personen omgaat?
20 Hoe dwaas is het te denken dat men door in een woedeuitbarsting zijn zelfbeheersing te verliezen, goed aan opgekropte emoties lucht kan geven! „Een stad met omvergehaalde muren, zo is iemand die zijn geest niet in bedwang heeft” (Spr. 25:28). Gods Woord is het dus niet eens met de mening dat een opvliegende aard soms een bewijs van kracht of van persoonlijkheid is en dat het goed kan zijn om door middel van een woedeuitbarsting zijn opgekropte gevoelens af te reageren. Door woedeuitbarstingen wordt de atmosfeer niet gereinigd, maar vergiftigd. Het vergif kan zelfs anderen besmetten, want Jehovah waarschuwt: „Ga niet om met een driftkop en laat u niet in met een heethoofd, opdat gij niet gewend raakt aan zijn paden en uzelf een strik spant”. — Spr. 22:24, 25.
21. Wat is de voornaamste reden waarom een christen ernaar streeft niet snel toornig te worden, en hoe wordt door de Schrift aangetoond dat dit de verstandige handelwijze is?
21 De christen vermijdt het niet alleen snel toornig te worden om te voorkomen dat zijn eigen gezondheid erdoor wordt geschaad. Hij stelt er voornamelijk belang in de goddelijke wil te doen en volgens de rechtvaardige beginselen welke in de Heilige Schrift worden gevonden, te leven. Hoewel sommige mensen zich wellicht niet over hun slechte humeur schamen en er misschien wel heel trots op zijn, volgt de ware christen de verstandige handelwijze en wordt hij niet snel toornig: „Een man van onderscheidingsvermogen is bedaard van geest”. „De dwaas laat zijn gansen toorn den vrijen loop, maar de wijze houdt dien in en doet hem bedaren”. „Wie langzaam is tot toorn, is overvloedig in onderscheidingsvermogen, maar wie ongeduldig is, verhoogt dwaasheid”. — Spr. 17:27, NW; 29:11; 14:29, NW.
22, 23. (a) Tegen welke neiging wordt men wanneer men niet snel toornig wordt, bewaakt? (b) Wat is er voor het genezen van een opvliegende aard nodig?
22 Niet snel toornig te worden, betekent ook dat men niet snel aanstoot moet nemen. Hierdoor wordt men voor een geërgerde geestesgesteldheid behoed — een overmatige gevoeligheid voor kleinigheden en een geërgerdheid hierover welke lang niet door de werkelijke betekenis ervan wordt gerechtvaardigd. Iemand met een nieuwe persoonlijkheid kan niet een overgevoelige geest bezitten, een geest die klaar staat om over ingebeelde of werkelijke beledigingen in woede uit te barsten. Neen, de nieuwe persoonlijkheid, die overeenkomstig Gods wil is geschapen, neemt niet gemakkelijk aanstoot: „Haast u in uw geest niet om aanstoot te nemen, want het nemen van aanstoot rust in de boezem der dwazen” (Pred. 7:9, NW). Wanneer ons werkelijk iets onvriendelijks overkomt, nemen wij in Gods ogen toch nog een verkeerd standpunt in als wij hier snel aanstoot aan nemen en snel kwaad worden: „Het inzicht van een man vertraagt stellig zijn toorn, en het is schoonheid van zijn zijde wanneer hij een overtreding over het hoofd ziet”. — Spr. 19:11, NW.
23 Wat is dus het geneesmiddel voor een opvliegende aard? Het is het geneesmiddel dat ook voor het oor dat niet snel is om te luisteren en de tong die niet langzaam is om te spreken, geldt, en wel: Het vaste verlangen Gods wil te doen en zijn goedkeuring te genieten. Zo iemand zal de nieuwe persoonlijkheid aandoen en zijn „uiterste best [doen] door hem ten slotte smetteloos, onbevlekt en in vrede te worden bevonden”. — 2 Petr. 3:14, NW.
-
-
Honger naar religieDe Wachttoren 1960 | 15 mei
-
-
Honger naar religie
● Nadat de psychoanalyticus D. Slesinger honderden mensen had geanalyseerd, merkte hij op: „Honger naar religie doet zich even sterk en universeel gevoelen als die naar seksuele gemeenschap. . . . De aanbidding van God is een behoefte van de mens, en niet van God”. — Cosmopolitan van december 1958.
-