-
Met de Organisator van het gehele universum samenwerkenDe Wachttoren 1985 | 15 maart
-
-
13. Wat zei Paulus over het vrije Jeruzalem, en in welke vrijheid dienen haar „kinderen” vast te staan?
13 Paulus stelde het in slavernij verkerende aardse Jeruzalem tegenover „het Jeruzalem dat boven is”, dat „vrij” is. Hij deed een aanhaling uit Jesaja 54:1-8 en schreef:
„Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is onze moeder. Want er staat geschreven: ’Wees vrolijk, gij onvruchtbare vrouw, die niet baart; breek uit en roep luid, gij vrouw die geen barensweeën hebt, want de kinderen van de eenzame vrouw zijn talrijker dan die van haar die de man heeft.’ Wij nu, broeders, zijn kinderen die tot de belofte behoren, evenals Isaäk. Maar evenals destijds degene die naar de wijze van het vlees geboren was, hem ging vervolgen die naar de wijze van de geest geboren was, zo ook nu. Niettemin, wat zegt de Schrift? ’Verjaag de dienstmaagd en haar zoon, want de zoon van de dienstmaagd zal geenszins erfgenaam zijn met de zoon van de vrije vrouw.’ Daarom zijn wij, broeders, geen kinderen van een dienstmaagd, maar van de vrije vrouw. Voor zulk een vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt. Staat daarom vast en laat u niet wederom een slavenjuk opleggen.” — Gal. 4:26–5:1.
-
-
Met de Organisator van het gehele universum samenwerkenDe Wachttoren 1985 | 15 maart
-
-
15. Hoe lang was „het Jeruzalem dat boven is” kinderloos, en wanneer begon haar nageslacht talrijk te worden?
15 „Het Jeruzalem dat boven is”, was veel langer dan Sara ’eenzaam’, kinderloos als het ware. Feitelijk verkeerde „het Jeruzalem dat boven is” in die toestand vanaf 1943 v.G.T., toen de belofte aan Abraham van kracht werd, en dit duurde totdat Jezus in 29 G.T. werd gedoopt. Op dat tijdstip werd Jezus door de geest van de Grotere Abraham, Jehovah, verwekt en met Zijn geest gezalfd. Hierdoor werd hij de Christus of Gezalfde, de Messías. Maar „het Jeruzalem dat boven is”, zou meer dan één geestelijk kind hebben. Daarom werden met Pinksteren 33 G.T., na Jezus’ opstanding en hemelvaart, ongeveer 120 van zijn getrouwe discipelen door de geest van de Grotere Abraham verwekt. Zij werden toen met die geest gezalfd om de geestelijke broeders van de Grotere Isaäk, Jezus Christus, te worden. Later op die dag werden nog eens ongeveer 3000 joden als Jezus’ discipelen gedoopt en met de heilige geest gezalfd (Hand. 2:1-42). Zo werd op die dag „het Jeruzalem dat boven is”, de „moeder” van vele kinderen.
16. Wie is „het Jeruzalem dat boven is”?
16 De apostel Paulus onthult dat de vrouw die in Jesaja 54:1-8 wordt toegesproken, dezelfde is als „het Jeruzalem dat boven is”. Jehovah God is haar „echtgenoot-eigenaar” en ook haar Voortreffelijke Maker. Figuurlijk gesproken is zij zijn „vrouw”, zijn „echtgenote” of met een echtgenote te vergelijken organisatie boven in de hemel. Net als een echtgenoot is hij Degene die haar vruchtbaar maakt, zodat zij het ware „zaad” voortbrengt dat in Abrahams tijd werd beloofd. — Gal. 3:16, 26-29.
17. Hoe werd „het Jeruzalem dat boven is” de „moeder” van het primaire „zaad” van de Grotere Abraham?
17 Ten einde het primaire „zaad” van de Grotere Abraham te worden, was de eniggeboren Zoon van God te voorschijn gekomen uit Jehovah’s met een echtgenote te vergelijken hemelse organisatie. Aldus werd zij voor Gods Zoon als het ware een „moeder”. Jezus Christus was niet de figuurlijke zoon van het aardse Jeruzalem dat in zijn dagen op aarde was, want die stad was toen met haar „kinderen” in dienstbaarheid of slavernij, en Jezus is nooit in slavernij geweest (Gal. 4:25). Het aardse Jeruzalem was de „moeder” van de natuurlijke joden die Jezus Christus hadden verworpen als het beloofde „zaad” van niet alleen de patriarch Abraham maar ook van de Grotere Abraham, Jehovah God. — Matth. 23:37-39.
-