-
Een „heilige plaats” vernietigd — Wat dit thans betekentDe Wachttoren 1983 | 15 februari
-
-
Waarom zette Jezus zijn volgelingen ertoe aan zo haastig ’naar de bergen te vluchten’? Hij zei: „Want er zal dan zulk een grote verdrukking zijn als er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, en ook niet meer zal voorkomen. Indien die dagen trouwens niet werden verkort, zou geen vlees worden gered; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden verkort.” — Matth. 24:21, 22.
Eerste-eeuwse vervulling
-
-
Een „heilige plaats” vernietigd — Wat dit thans betekentDe Wachttoren 1983 | 15 februari
-
-
Jeruzalem verwoest
Enkele jaren later, in 70 G.T., kwamen de Romeinse legers onder generaal Titus in Judéa terug en omsingelden Jeruzalem. Maar tegen die tijd waren alle „uitverkorenen”, de christenen, reeds uit „de heilige stad” weggetrokken. Toen de Romeinen Jeruzalem bij die gelegenheid omsingelden, bestond dan ook voor niemand meer de gelegenheid naar veiligheid te vluchten. — Luk. 19:43, 44.
Na een korte belegering van vier maanden en vijfentwintig dagen verwoestten de legers van Rome de stad en de tempel. Volgens de geschiedschrijver Josephus, een ooggetuige, vonden 1.100.000 personen de dood en bedroeg het aantal gevangenen 97.000. De aantallen waren hoog omdat de ontrouwe joden geen acht hadden geslagen op Jezus’ waarschuwing om te vluchten. Zij hadden precies het tegenovergestelde gedaan. Ter gelegenheid van een religieus feest waren zij Jeruzalem binnengestroomd en toen de Romeinen de stad plotseling omsingelden, kwamen zij allen in de val te zitten.
Doordat de ’uitverkoren’ christenen zich niet meer in Jeruzalem bevonden, behoefde God zich niet langer om hun veiligheid te bekommeren. Zij hadden reeds ontkoming gevonden. Daarom kon God de Romeinen toestaan Jeruzalem binnen te komen om Zijn oordeel snel aan de stad te voltrekken. Wegens het feit dat de uitverkoren christenen reeds uit de stad Jeruzalem waren weggetrokken, kwam er dan ook sneller een einde aan die dagen van verdrukking, doordat ze werden „verkort”. Dit had tot gevolg dat enig „vlees” — 97.000 personen — in leven bleef.
Die „grote verdrukking” in 70 G.T. was de verschrikkelijkste rampspoed die Jeruzalem ooit was overkomen. De door de joden gebouwde stad, haar tempel en het religieuze stelsel waarin Jeruzalem centraal stond, kwamen aldus definitief aan hun eind.
-