-
Hulp van bovenDe Wachttoren 1972 | 1 december
-
-
2 Toen ging Jezus een eindje verder, viel op zijn aangezicht en bad tot zijn hemelse Vader: „Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker aan mij voorbijgaan. Nochtans, niet zoals ik wil, maar zoals gij wilt.” Toen Jezus bij de drie discipelen terugkwam, vond hij hen slapende. Hij zei tot Petrus: „Hebt gijlieden nog niet één uur met mij kunnen waken? Waakt en bidt voortdurend, opdat gij niet in verzoeking komt.” — Matth. 26:39-41.
-
-
Hulp van bovenDe Wachttoren 1972 | 1 december
-
-
4. (a) Welke duidelijke waarschuwing hadden de apostelen ontvangen voordat zij in omstandigheden kwamen die een verzoeking voor hen vormde? (b) Hoe reageerde Petrus ondanks deze waarschuwing?
4 Jezus’ discipelen kwamen in verzoeking — ondanks waarschuwingen van hun Meester! De drie apostelen waren op hun post en werden geacht wakker te blijven, doch zij legden zich neer en vielen in slaap, terwijl Jezus drie maal een vurig gebed opzond. Weliswaar was het waarschijnlijk na middernacht en hadden de discipelen natuurlijk slaap, maar Jezus, die zeer goed wist dat de geest gewillig maar het vlees zwak is, had hun gezegd te waken en te bidden! (Matth. 26:41) Voordat zij in omstandigheden kwamen die een verzoeking voor hen vormden, had Jezus hen gewaarschuwd, zeggende: „In deze nacht zult gij allen in verband met mij tot struikelen worden gebracht, want er staat geschreven: ’Ik zal de herder slaan, en de schapen van de kudde zullen verstrooid worden”’ (Matth. 26:31). Op deze wijze waren zij gewaarschuwd dat de profetie van Zacharia 13:7 op het punt stond in vervulling te gaan. Petrus beantwoordde Jezus’ waarschuwing echter met te zeggen: „Ook al worden alle anderen in verband met u tot struikelen gebracht, ik zal nimmer tot struikelen worden gebracht!” Maar Petrus kreeg te horen dat hij zelfs nog erger zou doen — hij zou de Heer Jezus drie maal verloochenen! — Matth. 26:31-35.
-