-
Hoe de komende „grote verdrukking” werd afgeschaduwdDe Wachttoren 1970 | 15 juli
-
-
30. (a) Hoe rampspoedig was de belegering, ondanks de kortheid ervan? (b) Wat werd Jeruzalem nog steeds aangedaan, maar tot wanneer zou dit voortduren?
30 Ook al was de belegering kort, toch was ze buitengewoon verschrikkelijk, hoewel ze niet de grootste verdrukking was die de mensheid tot op die tijd had meegemaakt en die nooit meer kon voorkomen. Het „walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt” bracht volgens Gods eigen besluit een verdelging teweeg. De joodse geschiedschrijver Flavius Josephus bericht dat één miljoen honderdduizend joden stierven of werden gedood. Doordat de dagen van die „grote verdrukking” echter voor Jeruzalem werden „verkort”, werd er enig joods „vlees” gered. Josephus bericht dat 97.000 joden de belegering overleefden en als gevangenen naar Egypte en andere Romeinse provincies werden weggevoerd.c De stad en haar tempel werden volledig verwoest, precies zoals Jezus had voorzegd. Vanaf de tijd van de eerste verwoesting en ontvolking van Jeruzalem en Judéa door de Babyloniërs in het jaar 607 v.G.T. werd Jeruzalem dus in een heel letterlijk opzicht nog steeds door de heidenen (niet-joodse natiën) vertreden.d Er zou echter een tijd komen dat die heidense tijden vervuld zouden zijn, namelijk 2520 jaar nadat ze destijds in de herfst van 607 v.G.T. waren begonnen. Dat zou in 1914 G.T. zijn. — Luk. 21:24.
-
-
Hoe de komende „grote verdrukking” werd afgeschaduwdDe Wachttoren 1970 | 15 juli
-
-
d „Totdat de tijden der heidenen zullen vervuld zijn, dat wil zeggen, tot de tijd dat de periodes aan de heidense natiën zijn toegewezen voor de voltooiing van de goddelijke oordelen . . . ten einde zijn gelopen . . . Zulke tijden der heidenen eindigen in het geval in kwestie door de Parousia . . . de kairoi ethnon [tijden der heidenen] zouden de kairoi [tijden] zijn die aan allen op grond van de profetieën bekend waren en die reeds aan de gang waren, zodat ze in de tijd van Jezus en lang daarvoor werden beschouwd als in vervulling gaand. Dit is de reden waarom wij hoi kairoi [de tijden] met het lidwoord hebben (vergelijk xix 44).” — De bladzijden 530, 531 van Critical and Exegetical Hand-Book to the Gospels of Mark and Luke, door de theoloog H. A. W. Meyer, dat in 1884 auteursrecht verkreeg.
-