-
De Voortreffelijke Herder en „deze kooi” van hemDe Wachttoren 1984 | 15 mei
-
-
9, 10. Hoe voldeed Jezus aan zijn eigen beschrijving van een herder, en hoe gingen Israëlitische herders met hun schapen om?
9 Jezus voldeed aan zijn eigen beschrijving van de Ware en Voortreffelijke Herder, welke als volgt in Johannes 10:1-5 staat vermeld: „Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: Wie niet door de deur de schaapskooi binnengaat, maar op een andere plaats omhoogklimt, die is een dief en een plunderaar. Maar wie door de deur binnengaat, is de herder van de schapen. Hem doet de deurwachter open, en de schapen luisteren naar zijn stem, en hij roept zijn eigen schapen bij de naam en leidt ze naar buiten. Wanneer hij alle die van hem zijn, naar buiten heeft gebracht, gaat hij vóór ze uit, en de schapen volgen hem, omdat ze zijn stem kennen. Een vreemde zullen ze geenszins volgen, maar ze zullen van hem wegvluchten, omdat ze de stem van vreemden niet kennen.”
-
-
De Voortreffelijke Herder en „deze kooi” van hemDe Wachttoren 1984 | 15 mei
-
-
12. Wie waren de „vreemden” over wie Jezus sprak, en waarom was dat zo?
12 Andere Israëlieten die zich kwamen aanbieden en beweerden de beloofde Messías of Christus te zijn, werden door Jezus als vreemden gebrandmerkt. Zij werden niet als Jehovah’s Messiaanse Herder geïntroduceerd door zijn aangestelde „deurwachter”, Johannes, naar wie Jezus zelf toe ging om gedoopt te worden. Jezus vergiste zich hierin niet (Matthéüs 3:1-7; Markus 1:1-7; Lukas 3:1-9). Ten einde het volk te beschermen, achtte Jezus het nu raadzaam zichzelf te identificeren als Degene die Jehovah hun zond om als hun geestelijke Herder op te treden en de bedrieglijke herders aan de kaak te stellen.
-