-
Zendelingen aangemoedigd godvruchtige hoedanigheden te weerspiegelenDe Wachttoren 1969 | 1 februari
-
-
Na deze toespraak ontvingen de afgestudeerden hun diploma en werd ten behoeve van de aanwezigen het land bekendgemaakt waarheen elk van hen gezonden zou worden. In totaal waren de negenennegentig afstuderenden uit acht landen afkomstig en werden zij naar tweeëndertig verschillende landen gezonden, waarvan de meeste in Latijns-Amerika en Afrika lagen.
Eerder had de vice-president van het Genootschap, F. W. Franz, aangetoond dat iemands letterlijke adem getuigt van zijn lichamelijke of emotionele toestand of van hetgeen hij in zijn mond heeft gestopt. Wat een mens dus figuurlijk gesproken ’uitademt’, dat wil zeggen, datgene waaraan hij lucht geeft, vormt het bewijs van zijn persoonlijkheid of zijn innerlijk (Spr. 20:27). Er werd verwezen naar Handelingen hoofdstuk 9, vers 1, waar wordt verteld dat Saulus „dreiging en moord ademde tegen de discipelen van de Heer”. Na zijn bekering tot het christendom werd hij echter de apostel Paulus en uitte zich op een wijze die anderen ten goede kwam.
De vice-president wees erop dat zij die de atmosfeer van deze goddeloze wereld onder Satan inademen, ertoe zullen worden gebracht uit te ademen wat anderen schade berokkent. Zij die echter kennis in zich blijven opnemen van God en dit in hun leven toepassen, zullen ertoe worden gebracht het goede voor anderen te bewerken. Hun ’adem’ zal een adem zijn van liefde, vrede en barmhartigheid en van de wens dat anderen worden gered. Zendelingen en anderen zullen, door het goede nieuws van Gods koninkrijk uit te ademen, Gods gunst ontvangen en gezegend worden met de letterlijke, eeuwige levensadem in Gods nieuwe samenstel.
Na een lunchpauze omvatte het middagprogramma uitgekozen muziek en een markante bespreking van het thema: „Als ervaring spreekt, luistert u dan?” De opbouwende ervaringen van oudere christelijke broeders en zusters dienen als een aanmoediging voor jongeren als zij het volle-tijdwerk overwegen zoals de zendingsdienst, of het werk in een Bethelhuis zoals het Bethelhuis in New York, waar het hoofdbureau van het Wachttorengenootschap is gevestigd.
Hierna werd het programma besloten met een treffende aanschouwelijke voorstelling van het thema: „Houd moed door vertrouwen op Jehovah.” De nadruk werd gelegd op het feit dat Jehovah’s volk in deze tijd, evenals in het verleden, het volledige vertrouwen kan hebben dat hetgeen Jehovah heeft beloofd zonder mankeren zal geschieden. Levendig uitgebeeld werd het geloof dat de profeet Daniël gedurende de regering van koning Belsazar van Babylon in Jehovah’s beloften had. Na dit inspirerende drama brachten een laatste lied en gebed de graduatieplechtigheid ten einde. Men hoorde de aanwezigen uitdrukking geven aan hun diepe waardering voor de werkelijk opbouwende inlichtingen die ertoe bijdragen dat christenen worden versterkt om het vóór hen liggende werk te kunnen verrichten.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1969 | 1 april
-
-
● Op welke wijze „dronken [de Israëlieten in de wildernis] uit de geestelijke rots die hen volgde”, zoals in 1 Korinthiërs 10:4 staat? — I. M., V.S.
De apostel Paulus gaf het volgende commentaar op de voorzieningen die God voor de Israëlieten trof nadat zij Egypte hadden verlaten: „Allen aten zij hetzelfde geestelijke voedsel en allen dronken dezelfde geestelijke drank. Want zij dronken uit de geestelijke rots die hen volgde, en die rots betekende de Christus.” — 1 Kor. 10:3, 4.
Het schijnt dat de apostel hier twee betekenissen in gedachten had, eerst de letterlijke en vervolgens de geestelijke betekenis.
Gezien zijn voorgaande commentaar op de doortocht door de Rode Zee, is het duidelijk dat Paulus hier zinspeelde op het letterlijke voedsel en de letterlijke drank waarin God op wonderbaarlijke wijze voor de Israëlieten in de wildernis voorzag. Jehovah verschafte hun op geregelde tijden het manna. Aangezien dit letterlijke voedsel op wonderbaarlijke wijze ofte wel door middel van Jehovah’s geest werd voortgebracht, kon het „geestelijk voedsel” worden genoemd.
Op overeenkomstige wijze voorzag God voor hen door middel van zijn geest in drank. Kort nadat het volk Egypte had verlaten, ontbrak het hun aan water. Op Gods aanwijzing nam Mozes zijn staf en sloeg op een rots, waardoor er zowel voor ongeveer twee miljoen Israëlieten als voor hun dieren water te voorschijn kwam (Ex. 17:5-7). Tegen het einde van hun veertigjarige rondzwerving sloeg Mozes opnieuw op een rots en kwam er voor die enorm grote gemeente weer veel water te voorschijn — Num. 20:1-11.
-