-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1975 | 15 mei
-
-
Zoals wordt geïllustreerd door Israëls ervaringen in de wildernis, waarnaar Paulus in de voorgaande verzen verwijst, komt de „verzoeking” door middel van omstandigheden die iemand ertoe zouden kunnen brengen Gods wet te overtreden. Eerder in dit hoofdstuk schreef Paulus: „Deze dingen nu zijn voorbeelden geworden voor ons, opdat wij [christenen] geen mensen zouden zijn die schadelijke dingen zouden begeren, zoals zij die hebben begeerd. Wordt ook geen afgodendienaars, zoals sommigen van hen, gelijk er staat geschreven: ’Het volk ging zitten om te eten en te drinken, en zij stonden op om zich te vermaken.’ Laten wij ook geen hoererij beoefenen, zoals sommigen van hen hoererij hebben bedreven, met als enig resultaat dat zij vielen, drieëntwintigduizend van hen op één dag. Laten wij ook niet Jehovah op de proef stellen, zoals sommigen van hen hem op de proef hebben gesteld, met als enig resultaat dat zij omkwamen door de slangen. Zijt ook geen murmureerders, zoals sommigen van hen hebben gemurmureerd, met als enig resultaat dat zij omkwamen door de verdelger.” — 1 Kor. 10:6-10.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1975 | 15 mei
-
-
Het kwam soms ook voor dat de Israëlieten toegaven aan de verzoeking van opstandig geklaag. Bij een zekere gelegenheid morden zij opstandig tegen Jehovah en Mozes: „Waarom hebt gij ons uit Egypte opgevoerd om in de wildernis te sterven? Want er is geen brood en geen water, en onze ziel heeft een afschuw gekregen van het verachtelijke brood” (Num. 21:5). Door zulke klachten stelden de Israëlieten ’Jehovah’s geduld op de proef’. Zij stelden hem op de proef om te zien of zulk een geklaag ongestraft zou blijven.
-