Liefde tonen voor de behoeftigen
CHRISTENEN hebben zowel de verplichting als het voorrecht hun broeders en zusters die in nood verkeren liefde te betonen (1 Johannes 3:17, 18). De apostel Paulus schreef: „Laten wij . . . het goede doen jegens allen, maar vooral jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof” (Galaten 6:10). Een broeder die Jehovah al bijna veertig jaar dient, ervoer onlangs de liefde van de christelijke broederschap gedurende de ziekte van zijn vrouw en haar daaropvolgende overlijden. Hij schrijft:
„Aangezien ik tijdens de ziekte van mijn vrouw thuis voor haar zorgde, kon ik bijna twee maanden lang geen werelds werk verrichten. Wat was ik opgelucht toen de broeders en zusters in de gemeente ons bereidwillig te hulp kwamen! Met de talloze geldschenkingen — ’voor de extra uitgaven’, zoals op de bijgaande kaartjes stond — konden wij de hypotheek, gas, water en elektriciteit, en andere uitgaven bekostigen.
Twee weken voordat mijn vrouw stierf, bracht onze kringopziener ons een aanmoedigend bezoek. Hij liet zelfs de dia’s zien die de gemeente aan het eind van de week te zien zou krijgen. Wij konden via de telefoon naar de vergaderingen luisteren — met inbegrip van de velddienstbijeenkomsten die door de kringopziener werden geleid. Op een van deze bijeenkomsten liet hij iedereen die aanwezig was om in de velddienst te gaan, tegelijk ’hallo’ tegen mijn vrouw zeggen. Dus hoewel zij in fysiek opzicht geïsoleerd was, voelde zij zich nooit alleen.
Binnen een uur na haar dood waren bijna alle ouderlingen bij mij thuis. Alleen al die dag kwamen meer dan honderd broeders en zusters langs. Er verscheen ’op wonderbaarlijke wijze’ voedsel op tafel voor iedereen die er was. Het is gewoon te veel om op te noemen: alle geschenken, uitingen van medeleven, vertroostende woorden en gebeden die ten behoeve van mij werden opgezonden. Wat was dat versterkend! Ik moest de broeders en zusters uiteindelijk vragen ermee te stoppen voor mij te koken en mij bij het schoonmaken van het huis te helpen!
Waar anders dan in Jehovah’s organisatie kunnen wij zulke onzelfzuchtige uitingen van mededogen, bezorgdheid en liefde vinden? De meeste mensen in deze tijd kunnen het aantal echte vrienden dat zij hebben op één hand tellen. Jehovah heeft ons gezegend met een grote familie van geestelijke broeders en zusters!” — Markus 10:29, 30.