-
Wat betekent onderworpenheid in het huwelijk?De Wachttoren 1991 | 15 december
-
-
De onderworpenheid is relatief
Een echtgenoot oefent geen absolute autoriteit over zijn vrouw uit. De onderworpenheid van een echtgenote kan in sommige opzichten vergeleken worden met de onderworpenheid van een christen aan een wereldlijke heerser. God heeft verordend dat een christen „onderworpen [moet zijn] aan de superieure autoriteiten” (Romeinen 13:1). Toch moet deze onderworpenheid altijd in evenwicht gebracht worden met wat wij God verschuldigd zijn. Jezus zei: „Betaalt caesar terug wat van caesar, maar God wat van God is” (Markus 12:17). Indien caesar (de wereldlijke regering) van ons verlangt dat wij hem geven wat God toebehoort, houden wij in gedachte wat de apostel Petrus zei: „Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen.” — Handelingen 5:29.
Op een enigszins overeenkomstige wijze is een christelijke vrouw die gehuwd is met een man die geen begrip heeft van christelijke beginselen of ze niet respecteert, toch verplicht aan hem onderworpen te zijn. In plaats van in opstand te komen tegen deze door God ingestelde regeling, doet zij er goed aan haar man met liefde en consideratie te bejegenen en aldus te trachten zijn vertrouwen te winnen. Misschien zal dit voortreffelijke gedrag tot resultaat hebben dat haar man verandert en zelfs voor de waarheid wordt gewonnen (1 Petrus 3:1, 2). Indien haar man haar opdraagt iets te doen wat door God verboden wordt, moet zij in gedachte houden dat God haar opperste Regeerder is. Zou hij bijvoorbeeld van haar verlangen dat zij deelneemt aan immorele seksuele praktijken, zoals partnerruil, dan mag zij zich hier niet aan onderwerpen (1 Korinthiërs 6:9, 10). Onderworpenheid aan haar echtgenoot wordt bepaald door haar geweten en door haar primaire onderworpenheid aan God.
In de tijd van koning David was Abigaïl gehuwd met Nabal, een man die geen respect had voor godvruchtige beginselen en die hardvochtig en liefdeloos jegens David en Davids mannen handelde. Dezen hadden de duizenden schapen en geiten van Nabal beschermd, maar toen David om een bijdrage in de vorm van voedsel vroeg, weigerde Nabal ook maar iets te geven.
Toen Abigaïl hoorde dat de vrekkige houding van haar man rampspoed over het huisgezin dreigde te brengen, besloot zij zelf voedsel naar David te brengen. „Abigaïl [haastte] zich en nam tweehonderd broden en twee grote kruiken wijn en vijf toebereide schapen en vijf sea-maten geroosterd koren en honderd rozijnenkoeken en tweehonderd koeken van samengeperste vijgen en legde dat alles op de ezels. Toen zei zij tot haar jonge mannen: ’Trekt voor mij uit. Ziet! Ik kom achter u aan.’ Maar zij vertelde niets aan haar man Nabal.” — 1 Samuël 25:18, 19.
Was het verkeerd van Abigaïl om in strijd met de wil van haar man te handelen? In dit geval niet. Abigaïls onderworpenheid hield niet in dat zij even liefdeloos als haar man moest zijn, te meer daar Nabal door zijn onverstandige handelwijze zijn hele huisgezin in gevaar bracht. David zei dan ook tegen haar: „Gezegend zij Jehovah, de God van Israël, die u deze dag gezonden heeft om mij te ontmoeten! En gezegend zij uw verstandigheid” (1 Samuël 25:32, 33). Evenzo moeten christelijke echtgenotes in deze tijd niet ageren en in opstand komen tegen het gezag dat hun man als hoofd uitoefent, maar als hij een onchristelijke handelwijze volgt, hoeven zij hem hierin niet na te volgen.
Het is waar dat Paulus in zijn brief aan de Efeziërs zegt: „Evenals de gemeente onderworpen is aan de Christus, zo moeten ook vrouwen het zijn aan hun man, in alles” (Efeziërs 5:24). Maar het woord „alles” dat de apostel hier gebruikt, betekent niet dat de onderworpenheid van de echtgenote onbegrensd is. Paulus’ woorden „evenals de gemeente onderworpen is aan de Christus” geven te kennen wat hij in gedachten had. Alles wat Christus van zijn gemeente verlangt, is rechtvaardig, in overeenstemming met Gods wil. De gemeente kan daarom gemakkelijk en vreugdevol in alles aan hem onderworpen zijn. Evenzo zal de vrouw van een christelijke man die er oprecht moeite voor doet Jezus’ voorbeeld na te volgen, zich graag in alles aan hem onderwerpen. Zij weet dat hij zich ten zeerste om haar beste belangen bekommert en dat hij haar nooit bewust zal vragen iets te doen wat in strijd is met Gods wil.
Een echtgenoot zal de liefde en achting van zijn vrouw behouden als hij de godvruchtige hoedanigheden weerspiegelt van zijn hoofd, Jezus Christus, die zijn volgelingen gebood elkaar lief te hebben (Johannes 13:34). Hij mag dan feilbaar en onvolmaakt zijn, maar als hij zijn autoriteit uitoefent in harmonie met het superieure leiderschap van de Christus, maakt hij het voor zijn vrouw gemakkelijker er blij om te zijn hem als haar hoofd te hebben (1 Korinthiërs 11:3). Als een echtgenote de christelijke hoedanigheden bescheidenheid en liefderijke goedheid aankweekt, is het voor haar niet moeilijk zich aan haar man te onderwerpen.
-
-
Wat betekent onderworpenheid in het huwelijk?De Wachttoren 1991 | 15 december
-
-
Zulke geesteshoudingen dienen in de gemeente aangekweekt te worden. En ze dienen vooral aangekweekt te worden in de verhouding tussen huwelijkspartners in een christelijk gezin. Een man kan zijn tedere genegenheid en zachtaardigheid tonen door naar suggesties van zijn vrouw te luisteren. Hij dient de zienswijze van zijn vrouw in aanmerking te nemen voordat hij een beslissing neemt die van invloed is op het gezin. Christelijke echtgenotes bezitten gezond verstand. Zij kunnen hun man vaak waardevolle suggesties aan de hand doen, zoals Sara dit deed tegenover haar man, Abraham (Genesis 21:12). Aan de andere kant zal een christelijke vrouw niet onredelijk veeleisend zijn ten aanzien van haar man. Zij zal van haar vriendelijkheid en nederigheid van geest blijk geven door zijn leiding te volgen en zijn beslissingen te steunen, ook al gaat haar voorkeur soms naar iets anders uit.
Net als een redelijke ouderling is een redelijke echtgenoot te benaderen en vriendelijk. Een liefdevolle echtgenote reageert hierop door meedogend en lankmoedig te zijn, in het besef dat haar man zijn best doet om zich ondanks onvolmaaktheid en de druk van het dagelijkse leven, van zijn verantwoordelijkheden te kwijten. Wanneer man en vrouw beiden zo’n geesteshouding aankweken, zal onderworpenheid in het huwelijk geen probleem vormen. In plaats daarvan zal ze een bron van vreugde, zekerheid en blijvende tevredenheid zijn.
-