-
De eenheid van Gods zichtbare organisatieDe Wachttoren 1952 | 1 februari
-
-
28. Waar vinden wij zulk een zichtbare, werkende organisatie in deze tijd, en wie kunnen zich er in bevinden en op welke wijze?
28 Gaan Paulus’ wijze woorden dat Jehovah een actieve, werkende zichtbare organisatie zou hebben dan in deze tijd in vervulling? Waar is tegenwoordig een organisatie gelijk de gemeente waarover Paulus sprak? Is het mogelijk dat er tegenwoordig een groep mensen is die één Vader hebben, de Vader van alle personen in de gemeente, een Vader die boven allen, door allen en in allen is, een Vader die voor zijn kinderen zorgt en hen op de reine weg der aanbidding bijeenhoudt? Wat een voorrecht en genoegen is het hierop Ja te antwoorden, ja, er is zulk een organisatie. In de tijd der apostelen kon gij zulk een zichtbare organisatie in de vroege gemeente van Christus vinden. In dit jaar 1952 zult gij deze organisatie vinden in een groep Christelijke mensen die als Jehovah’s getuigen bekendstaan. Zij vormen Jehovah’s zichtbare organisatie. Wat meer is, GIJ kunt u in die organisatie bevinden indien gij gelijk Paulus denkt en hetzelfde geloof hebt als hij.
29. Hoe zijn Jehovah’s getuigen tegenwoordig gelijk de vroege gemeente?
29 Merk op hoe Jehovah’s getuigen tegenwoordig gelijk de vroege gemeenten van Jehovah’s getrouwe getuigen zijn: Jehovah’s getuigen geloven vast in Gods Woord. Zij bestuderen het, prediken het en leven er in overeenstemming mede. Zij „verdragen elkander in liefde”, ook al zijn hun gebruiken en levensgewoonten en de talen die zij in hun dagelijkse conversatie spreken, in alle delen der wereld verschillend. Zij VERVULLEN het bevel in de gehele wereld het Koninkrijk te prediken tot een getuigenis (Matth. 24:14, NW). Aldus demonstreren zij in alle delen der aarde de eenheid van Gods zichtbare organisatie.
-
-
Voor de bediening organiserendDe Wachttoren 1952 | 1 februari
-
-
Voor de bediening organiserend
1. Waarin onderwees Jehovah zijn Zoon, en waarvoor trof de Zoon dus regelingen?
JEHOVAH is de grootste organisator en hij onderwees zijn Zoon Christus Jezus in de wijze van organiseren. Toen Christus op aarde was, koos hij discipelen uit en hij leerde hun op welke wijze zij nog meer werkers die waarheid en rechtvaardigheid liefhadden, konden vergaderen. In die tijd betekende het een „kleine kudde”, thans betekent het dat er een „grote schare” „andere schapen” wordt vergaderd. Ten einde de „kleine kudde” te verzamelen, trof Jezus regelingen voor het organiseren van de gemeente en ontwikkelde deze gemeente in een sterke werk-eenheid, met bekwame dienaren. Daarom haalt de apostel Paulus Psalm 68:19 aan en zegt: „Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, sommigen als profeten, sommigen als zendelingen, sommigen als herders en leraars, met het oog op het opleiden der heiligen tot het bedieningswerk, tot de opbouw van het lichaam van de Christus, totdat wij allen geraken tot de eenheid in het geloof en in de nauwkeurige kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van wasdom die behoort tot de volheid van de Christus; opdat wij niet langer kleine kinderen zouden zijn, heen en weer geslingerd als door golven en her- en derwaarts gevoerd door elke wind van leer door middel van de bedriegerij van mensen, door middel van arglistigheid in het beramen van dwaling.” — Ef. 4:11-14, NW.
2. Wat was het doel van al dit organiseren, en wie worden dienovereenkomstig in deze tijd door de gemeente geholpen?
2 Jehovah God stelde zeer veel belang in het op juiste wijze organiseren en de juiste verzorging van de vroege gemeente. De Zoon Christus Jezus mat aan zijn volgelingen de gaven van de geest toe, zodat sommigen als apostelen konden optreden, anderen als profeten en zendelingen en weer anderen als bekwame leraars. Doch wat was het doel van dit alles in het lichaam van Christus? Het volgende: „Het opleiden der heiligen tot het bedieningswerk, tot de opbouw van het lichaam van de Christus, totdat wij allen geraken tot de eenheid in het geloof.” Tegenwoordig wordt deze zichtbare organisatie eveneens gebruikt om de „grote schare” „andere schapen” te helpen. Zij behoren niet tot de „kleine kudde”, doch zij moeten tot rijpheid worden gebracht in de nauwkeurige kennis van de Zoon van God. Zij zullen geen medeërfgenamen met hem in het hemelse koninkrijk zijn, maar zij zullen in de nieuwe wereld van rechtvaardigheid leven verwerven onder dit koninkrijk.
-