-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1954 | 15 april
-
-
Zulke onwaardigen in deze toestand van geestelijke duisternis te houden, was de reden waarom Jezus tot hen in gelijkenissen of illustraties sprak, zoals hij zijn volgelingen vertelde toen zij hem vroegen waarom hij illustraties gebruikte: „Hierom spreek ik tot hen door gebruik te maken van illustraties, omdat zij kijkende, tevergeefs kijken, en horende, tevergeefs horen, noch begrijpen zij de betekenis er van; en ten aanzien van hen gaat de profetie van Jesaja in vervulling die zegt: ’Met het gehoor zult gij horen doch geenszins de betekenis er van begrijpen; en kijkende, zult gij kijken doch geenszins zien. Want het hart van dit volk is dik geworden en met hun oren hebben zij met ergernis gehoord, en zij hebben hun ogen gesloten; opdat zij nimmer met hun ogen zien en met hun oren horen en met hun hart de betekenis er van begrijpen en terugkeren, en ik hen gezond make.” (Matth. 13:13-15, NW). Het zelfzuchtige volk stelde geen belang in Gods boodschap, zelfs niet eens zoveel dat zij naar de betekenis van de illustraties die Jezus gebruikte, informeerde. Door de boodschap dus in deze vorm te gieten, werden zulke onwaardigen verwijderd, en slechts de zachtmoedigen die verlangend waren iets te leren omtrent God, bleven over om Jezus naar de betekenis van de illustraties te vragen. Op deze wijze hield Jehovah zowel enkelen geestelijk doof, stom en blind als dat hij anderen liet zien, horen en met geestelijke verlichting spreken.
Enigen hebben nu eenmaal geen liefde voor waarheid, en „daarom zal God hun eene krachtige dwaling zenden, om de leugen te gelooven” (Lu). Moderne vertalers geven de betekenis duidelijker weer, aantonende dat Jehovah hen niet weloverwogen misleidt, maar dat hij Satan slechts toestaat hen te misleiden, daar zij meer behagen scheppen in leugens en onrechtvaardigheid dan in waarheid en redding: „De tegenwoordigheid van de wetteloze is overeenkomstig de werking van Satan met elk machtig werk en leugenachtige tekenen en wonderen en met elk onrechtvaardige bedrog voor degenen die vergaan, als een vergelding omdat zij de liefde der waarheid niet hebben aanvaard opdat zij konden worden gered. Daarom laat God dus toe dat er een werking der dwaling tot hen gaat, zodat zij de leugen zullen gaan geloven, opdat zij allen mogen worden geoordeeld omdat zij de waarheid niet hebben geloofd maar behagen hebben geschept in onrechtvaardigheid” (2 Thess. 2:9-12, NW). In geestelijke aangelegenheden staat Jehovah Satan, de god van deze wereld, toe, hen geestelijk te verblinden. — 2 Kor. 4:4.
Evenals Jehovah sommigen geestelijk doof, stom en blind maakt, haalt hij anderen uit geestelijke doofheid, stomheid en blindheid. Zoals Jesaja voorzeide van deze tijd van geestelijke verlichting: „Dan zullen de ogen der blinden geopend en de oren der doven ontsloten worden; dan zal de lamme springen als een hert en de tong van den stomme zal jubelen” (Jes. 35:5, 6, NBG). In geestelijke zin laat hij thans toe dat deze gebreken blijven rusten op de trotsen en arroganten, en van de zachtmoedigen en nederigen neemt hij ze weg.
Derhalve zien wij dat Exodus 4:11 zowel physiek als geestelijk door Jehovah God werd vervuld, maar niet op een wijze die hem aansprakelijk stelt voor alle physieke doven, stommen en blinden op aarde.
● Zowel Jeremia 25:33 als Ezechiël 39:12 maken gewag van degenen die te Armageddon zijn gedood, toch staat in de ene tekst dat de doden niet begraven zullen worden en in de andere tekst wordt gezegd dat dit wel het geval zal zijn. Hoe kunnen de twee teksten met elkaar in overeenstemming worden gebracht? — W.B., Canada.
-
-
De bijbel — maar alleen de gewenste delenDe Wachttoren 1959 | 15 juli
-
-
De bijbel — maar alleen de gewenste delen
● De geestelijken der christenheid hebben zich er reeds geruime tijd aan schuldiggemaakt die delen van de bijbel welke hun niet aanstaan, te verwerpen. Zelfs de fundamentalisten doen dit met betrekking tot de bijbelse verklaringen dat de ziel sterft en dat Jezus en zijn Vader niet één in een drieëenheid zijn (Ezech. 18:4, 20; Hand. 3:23; Joh. 14:28). Zij zijn echter niet meer de enigen, want de communisten doen hetzelfde. In de Christian Century van 14 januari 1953 stond een verslag van een preek die door Ch’ieng Ch’u Ku werd uitgesproken en die in de New Church van 16 oktober 1952 werd gepubliceerd; Ch’ieng Ch’u Ku zei onder andere dat de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, dank zij de hervormingen in het nieuwe China, in dit land reeds werkelijkheid zijn geworden. „Meer dan 4 miljoen boeren bezitten nu hun eigen land, bouwen hun eigen huizen en eten de vruchten van hun oogst.” Hierbij zijn ook de waterbouwkundige projecten, spoorwegen en kerkhervorming inbegrepen. „Wij zijn meesters van onze eigen kerk. Wij zullen nimmermeer door de imperialistische visie van het einde der wereld in verwarring worden gebracht. . . . Wij moeten opstaan, werken en laten zien dat de mensen de meesters van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zijn!” Wat een eigenwaan! Mensen de meesters van kerk en hemel! Het is niet noodzakelijk om te zien wat God verwacht, of om in te zien wat God heeft gezegd dat hij alleen kan doen. Daar Gods Woord over het einde der wereld — zowel het einde der democratische als der communistische regeringen, het einde van het gehele goddeloze samenstel van dingen en de vestiging van rechtvaardigheid en vrede die voor eeuwig zullen blijven — spreekt, deelt deze geestelijke God bij de klasse der imperialisten in. Daarover maakt Ch’ieng Ch’u Ku zich echter geen zorgen. Hij bekommert zich meer om politieke propaganda. Hij is precies als de geestelijken in het westen die hun partij op de voorgrond plaatsen; beiden nemen slechts dat uit Gods Woord wat hun aanstaat, en de rest verwerpen zij.
-