-
Bijbelboek nummer 55 — 2 Timotheüs„De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”
-
-
7. Waarom zou de geïnspireerde Schrift vooral „in de laatste dagen” nuttig zijn?
7 „In de laatste dagen” zullen er kritieke tijden aanbreken, die moeilijk zijn door te komen, en er zullen mensen zijn die slechts een uiterlijke schijn van godvruchtige toewijding bezitten en die „altijd leren en toch nooit tot een nauwkeurige kennis van de waarheid kunnen komen”. Maar Timotheüs heeft Paulus nauwgezet gevolgd in zijn leer, zijn levenswandel en zijn vervolgingen, waaruit de Heer hem heeft bevrijd. „Trouwens,” zo voegt Paulus eraan toe, „allen die met godvruchtige toewijding in vereniging met Christus Jezus wensen te leven, zullen ook vervolgd worden.” Timotheüs dient echter te blijven in de dingen die hij van kindsbeen af heeft geleerd en die hem wijs kunnen maken tot redding, want „de gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”. — 3:1, 7, 12, 16.
-
-
Bijbelboek nummer 55 — 2 Timotheüs„De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”
-
-
10. (a) Welk speciale nut van „de gehele Schrift” wordt in Twee Timotheüs beklemtoond, en waarnaar dienen christenen derhalve te streven? (b) Welke invloed moet vermeden worden, en hoe kan dit worden gedaan? (c) Waaraan blijft een dringende behoefte bestaan?
10 „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig.” Waarvoor nuttig? Paulus zegt ons in zijn tweede brief aan Timotheüs: „Om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid, opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust voor ieder goed werk” (3:16, 17). Aldus wordt in deze brief het nut van „onderwijzen” beklemtoond. Allen die in deze tijd rechtvaardigheid liefhebben, zullen de verstandige raad in deze brief ter harte willen nemen door ernaar te streven onderwijzers van het Woord te worden en door hun uiterste best te doen Gods goedgekeurde werklieden te worden, ’die het woord der waarheid juist hanteren’. Net als in het Efeze uit de dagen van Timotheüs zijn er ook in deze tijd personen die zich met „dwaze en domme twistvragen” bezighouden, die „altijd leren en toch nooit tot een nauwkeurige kennis van de waarheid kunnen komen”, en die „de gezonde leer” verwerpen ten gunste van leraren die hun de oren kittelen overeenkomstig hun zelfzuchtige wensen (2:15, 23; 3:7; 4:3, 4). Om deze verderfelijke wereldse invloed te vermijden, is het noodzakelijk in geloof en liefde vast te houden „aan het patroon van gezonde woorden”. Bovendien is het dringend noodzakelijk dat steeds meer personen als „de mens Gods” Timotheüs worden, „voldoende bekwaam . . . om anderen te onderwijzen”, zowel binnen als buiten de gemeente. Gelukkig zijn allen die deze verantwoordelijkheid op zich nemen door zich te bekwamen om ’met zachtaardigheid te onderrichten’, en die het woord „met alle lankmoedigheid en kunst van onderwijzen” prediken! — 1:13; 2:2, 24, 25; 4:2.
-